Locomotie
Inleiding:
Locomotie of beweging; in dit hoofdstuk ga je allerlei oefeningen doen waarbij je kennis opdoet betreft de benen van het paard, de botten in het been, bijbehorende spieren en pezen, maar ook afwijkende beenstanden. Daarnaast leer je ook waaruit een hoef is opgebouwt.
De opdrachten sluiten aan bij de uitleg van de docent en er kan goed in groepen gewerkt worden.
Lesdoel:
De leerling kan:
- De botten in het paardenbeen benoemen.
- De spieren in het been benoemen, daanaast iets over de functie vertellen.
- De onderdelen van een hoef benoemen ( aan de hand van een voorbeeld).
- meerdere beengebrekken benoemen en de eigenschappen hiervan.
De filmpjes hieronder geven een mooi beeld weer van beweging en beengebruik.
galop paard https://www.youtube.com/watch?v=heRuLp7CyTM
I like the way you move!! https://www.youtube.com/watch?v=4yk4H6WHnAQ
Beweging bij wilde paarden:
Wilde paarden hebben een bewegingsruimte/leefgebied van 0.9 tot 48 km2.
Een wild paard besteed ongeveer 12% van zijn tijd aan bewegen.
De afstand die hij dagelijks aflegt varieert tussen 5 en 40 km.
Gedomesticeerd paard:
“stalpaarden” krijgen dagelijks gevarieerde beweging. Afhankelijk van de manier van paardenhouden krijgt het paard beweging.
Weidegang, training, stap/trainingsmolen behoren tot de bewegingsmogelijkheden voor de paarden van tegenwoordig.
De afstand die paarden dan afleggen varieert van 5 tot 15 kilometer per dag.
Het skelet.
Het skelet zorgt voor stevigheid, steun en aanhechting van pezen en spieren. Het skelet van het paard is in grote lijnen te vergelijken met de mens.
Zie afbeelding 3-1 op pag. 14 van KNHS EHBO paard.
Ook het been en onze hand zijn redelijk goed te vergelijken zie afbeelding 3-2 op pag 15 KNHS EHBO paard.
De lichaamsbouw van het paard zorgt ervoor dat het dier langdurig en hard kan lopen. Toch is de constructie kwetsbaar en blessures zie je dat vaak in dat gebied.
Het voorbeen
Het voorbeen van het paard begint bij het schouderblad. Het boeggewricht maakt verbinding met de bovenarm. Aan de buitenkant is de bovenarm amper te onderscheiden van de romp. De elleboog kun je daarentegen wel goed zien.
Onder het ellebooggewricht zit de onderarm met het spaakbeen en de ellepijp. De voorknie komt overeen met onze pols. Aan de achterkant zit het hakbeentje.
De voorknie bestaat, net als onze pols, uit meerdere botjes. In tegenstelling tot onze onderarm bestaat het pijpbeen uit één bot met twee vergroeide griffelbeentjes.
Achter het kootgewricht liggen twee sesambotjes. Tussen het kootgewricht en kroongewricht ligt het kootbeen. In de hoef ligt het hoefbeen met daar schuin boven het straalbeen. Het hoefgewricht ligt verbind het kroonbeen met het hoefbeen.
Spieren en pezen in het voorbeen
Gewrichten maken de beweging mogelijk. Maar om te kunnen bewegen heb je spieren en pezen nodig. Wat zijn spieren? Spieren zijn bundels met spiervezels. Spieren zijn opgebouwd uit cellen met de eigenschap te kunnen samentrekken (contraheren).
De spier is opgebouwd uit drie delen:
De pees is de verbinding tussen een spier en een bot. Spieractiviteit wordt hier overgedragen. Een pees is een vaste witglanzende structuur. Daar waar de pees wordt blootgesteld aan grote wrijvingskracht is de pees omhuld door een peesschede. Vezels van sharpey verankeren de pees aan het bot.
Ligament of gewrichtsbanden is bindweefsel om een gewricht. Het verstevigd de gewrichtskapsel en voorkomt dat het een te grote- of bewegingen in de verkeerde richting kan maken.
Inside nature's giants The racehorse, minuut 15.48 https://www.youtube.com/watch?v=feAj2aspkIE