In deze les vind je een aantal losse onderdelen over de Nederlandse spelling.
Het is de bedoeling dat je van boven naar beneden werkt.
Je krijgt regelmatig oefeningen om te kijken of je de stof al beheerst. Mocht je nog vragen hebben, schrijf die dan op het bord of wacht tot ik langskom om je vragen te beantwoorden.
LEES ALLES GOED DOOR!
Doelen les:
Aan het einde van de les heb je kennis gemaakt met de theorie van drie onderdelen van het Nederlands die je moet beheersen:
Verwijswoorden (die/wie/dat/wat/hen/hun) [onderdeel: formuleren], de theorie hierover vind je ook op pagina 167 van je boek;
Congruenties/incongruenties [onderdeel: formuleren], de theorie hierover vind je op pagina 255 van je boek, en;
Ambiguïteit [onderdeel: zinsdelen], de theorie hierover vind je op pagina 246 van je boek.
Aan het einde van de les heb je geoefend met het maken van allerlei opdrachten over onderdelen van de Nederlandse spelling.
Aan het einde van de les heb je een beeld bij de onderdelen waar je nog veel moeite mee hebt en waar je nog mee moet oefenen voor volgende week.
Om naar het volgende onderdeel te gaan klik je op "volgende", rechts onderaan.