Opdracht 4: een protocol maken

Gedrag zijn alle handelingen die een mens of dier uitvoert. Het doel van deze handelingen is in principe het vergroten van de overlevingskans. Gedrag bestaat uit gedragselementen: individuee handelingen. In de vorige opdracht heb je deze handelingen zo objectief mogelijk opgeschreven in een ethogram. Nu staan al deze gedragselementen vaak niet los van elkaar. Sommige elementen horen meer bij elkaar dan andere. Gedrag kun je onderverdelen in gedragssystemen, gedrachsketens en gedragselementen

De belangrijkste gedragssystemen zijn:

 

Opdracht: lees 1.4: schakels en ketens en maak 3 t/m 6

 

De belangrijkste uitdagig bij het doen van gedragsonderzoek is het omzetten van gedrag naar getallen. In  de vorige opdracht heb je een ethogram gemaakt. Dit is een voorbeeld van kwalitatief en beschrijvend onderzoek. Een onderzoek is kwalitatief wanneer de resultaten in woorden vastgelegd woorden.

Wanneer je in een onderzoek de resultaten in getallen vastlegt spreken we van kwantitatief onderzoek. Bij gedragsbiologie maak je een onderzoek kwantitatief  met behulp van een protocol. Een protocol is een tabel waarin je de resultaten van eengedragsstudie vastlegt.

Voorbeeden van protocollen zijn:

zigzaggen
zwemmen
sidderen
zigzaggen
zwemmen
sidderen
...

 

                     
  1 min 2 min 3 min 4 min 5 min 6 min 7 min 8 min 9 min 10 min
0 sec sl sl lp ..            
10 sec sl sl lp ..            
20 sec sl sl dr etcetera            
30 sec sl gp dr              
40 sec sl gp dr              
50 sec sl lp ..              

 

pikker\gepikt kip1 kip2 kip3 kip4
kip 1 X | | 0
kip 2 ||| X || |
kip 3 |||| ||| X 0
kip 4 || || || X

 

Opdracht Je gaat nu een protocol maken van het filmpje waarvoor je bij opdracht 3 het ethogram hebt gemaakt. Je doet dit in tweetallen. Je bekijkt allebei het filmpje en vult een protocol (voorbeeld 2 gebruiken) . Daarna vergelijk je jullie resultaten. Heb je dit allebei op dezefde manier gedaan?