1. Wat is: trillingstijd?
2. Wat is: frequentie?
Je gaat nogmaals werken met de applet waarin een toongenerator en oscilloscoop met elkaar verbonden zijn.
Klik hier als je bovenstaande applet in een nieuw scherm wilt openen.
Voorbeeld berekening
3. Laat de frequentie staat op 335 Hz.
De tijd-knop staat op 1 ms = 0,001 s (een duizendste)
dit wil zeggen dat
elk hokje op het oscillosoopscherm 0,001 s duurt.
De golflengte van 1 golf is aangegeven met de wijsvingers.
Hier is de golflengte 3 hokjes.
Met deze gegevens berekenen we de trillingstijd en de frequentie.
De trillingstijd is: T = 3 (hokjes) x 1 ms = 3 ms = 0,003 s
De frequentie is: | F: | f = 1 / T |
i: | f = 1 / 0,003 | |
A: | f = 333,3 Hz |
De toongenerator geeft aan dat de frequentie 335 Hz is.
De getallen zijn (afgerond) gelijk.
Opdracht 1
4. Stel de frequentie in op 801 Hz.
5. Stel de TIME (tijd)-knop in op 0,2 ms.
Hierdoor wordt de golf uitgerekt waardoor hij beter is af te lezen.
6. Hoeveel hokjes is 1 golf? Nauwkeurig meten!
7. Bereken de trillingstijd.
8. Laat met een berekening zien hoe hoog de frequentie is waarbij je gebruik maakt van de - bij de vorige vraag - berekende trillingstijd.
Doe de meting opnieuw als je berekende antwoord en de ingestelde frequentie (veel) afwijken.
Opdracht 2
9. Stel de frequentie in op 497 Hz.
10. Stel de TIME (tijd)-knop in op 0,5 ms.
11. Bereken de trillingstijd.
12. Laat met een berekening zien hoe hoog de frequentie is waarbij je gebruik maakt van de - bij de vorige vraag - berekende trillingstijd.
Doe de meting opnieuw als je berekende antwoord en de ingestelde frequentie (veel) afwijken.
Opdracht 3
13. Stel de frequentie in op 696 Hz.
14. Stel zelf de TIME (tijd)-knop zo in dat je de golflengte goed kan aflezen.
15. Bereken de trillingstijd.
16. Laat met een berekening zien hoe hoog de frequentie is waarbij je gebruik maakt van de - bij de vorige vraag - berekende trillingstijd. Doe de meting opnieuw als je berekende antwoord en de ingestelde frequentie (veel) afwijken.
Opdracht 4
Nu ga je gebruik maken van μs
1 μs = 1×10-6 s = 0,000 001 s (een miljoenste)
dit wil zeggen dat elk hokje op de oscilloscoop 0,000 001 s duurt.
De manier van berekenen gaat hetzelfde als bij ms alleen nu zijn de getallen niet een duizendste, maar een miljoenste.
17. Klik op kHz en stel de frequentie in op 20.
Hiermee stel je 20 kHz in.
18. Stel de TIME (tijd)-knop in op 10 μs.
19. Bereken de trillingstijd.
20. Laat met een berekening zien hoe hoog de frequentie is waarbij je gebruik maakt van de - bij de vorige vraag - berekende trillingstijd.
Doe de meting opnieuw als je berekende antwoord en de ingestelde frequentie (veel) afwijken.
Opdracht 5
21. Stel de frequentie in op 4 kHz.
22. Stel de TIME (tijd)-knop in op 50 μs.
23. Bereken de trillingstijd.
24. Laat met een berekening zien hoe hoog de frequentie is waarbij je gebruik maakt van de - bij de vorige vraag - berekende trillingstijd.
Doe de meting opnieuw als je berekende antwoord en de ingestelde frequentie (veel) afwijken.
Opdracht 6
25. Stel de frequentie in op 5 kHz.
26. Stel de TIME (tijd)-knop in op 10 μs.
27. Bereken de trillingstijd.
28. Laat met een berekening zien hoe hoog de frequentie is waarbij je gebruik maakt van de - bij de vorige vraag - berekende trillingstijd.
Doe de meting opnieuw als je berekende antwoord en de ingestelde frequentie (veel) afwijken.