Met behulp van een oscilloscoop kan je een trilling zichtbaar maken.
Hiermee kan je de frequentie uitrekenen.
Op het scherm zie je een golf.
Het scherm van de oscilloscoop bestaat uit allemaal hokjes. |
Op de oscilloscoop zit een TIJD-KNOP.
Met de tijd-knop stel je de tijd in van 1 hokje.
Langs de knop zie je getallen met de eenheid ms.
ms betekent: milli-seconde.
Er zijn nog meer instellingen, maar die gebruiken we (nog) niet.
Voorbeeld:
50 ms = 50 : 1000 = 0,05 s ( komma 3 plaatsen naar links)
Op de knop zie je ook bijvoorbeeld .5 ms staan.
Dit betekent: 0,5 ms. Je moet er zelf een 0 voor schrijven.
Pas dit toe bij de volgende oefeningen.
In de berekeningen gebruik je de "trillingstijd".
Voorbeeld berekening 1.
Je berekent altijd eerst de trillingstijd: (dat is de tijd van 1 trilling.)
1 trilling is hier 10 hokjes.
Volgens de knop
is elk hokje = 0,5 ms.
T = 10x0,5 ms = 5 ms = 0,005 s
Hieronder:
F = Formule
i = ingevulde formule
A = Antwoord met eenheid (inclusief eventuele berekening)
F: | f = 1 / T |
i: | f = 1 / 0,005 |
A: | f = 20 Hz |
--
F: | f = 1 / T |
i: | f = 1 / 0,0008 |
A: | f = 1250 Hz |
Bereken de trillingstijd en de frequentie in de volgende gevallen.
Som 1
Som 2
Som 3