de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en
politiek in de Griekse stadstaat;
de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste
monotheïstische godsdiensten
Begrippen: