Zuren
We noemen een stof een zuur als hij zuur smaakt. Het is niet verstandig om een stof te proeven. Maar er zijn ook andere manieren om er achter te komen of een stof een zuur is . Zure oplossingen geleiden de elektrische stroom. Zuren horen dus net als de zouten tot de elektrolyten.
Hoe zuur een oplossing is geven we aan met de zuurgraad meestal de pH genoemd.
Er zijn stoffen die door een kleurverschil kunnen aangeven of een oplossing (erg) veel zuur bevat of niet. Die stoffen noemen we indicatoren. Informatie over de kleuren van indicatoren vind je in Binas tabel 52A.
De pH van een zure oplossing kan variëren van heel zuur bv pH = 0 (1 molair (1M) zoutzuur heeft die pH-waarde) tot pH=7 .
Als je een zoutzuuroplossing 10 maal verdunt wordt de nieuwe pH de waarde één groter.
Uitgaande van 1 molair zoutzuur met pH = 0 kom je na 7 van zulke stappen waarbij je steeds 10 maal verdunt uit op pH=7. Dat is ook de pH waarde van zuiver water.
Als de pH eenmaal 7 is heeft verdunnen geen effect meer op de pH.
|
Heel zuur neutraal |
||||||||
|
pH |
0 |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
Er bestaan elektronische apparaten die ook heel kleine concentraties zuur goed kunnen meten.
Ze heten heel toepasselijk pH-meters. Maar ook daarmee kom je bij verdunnen van een zuur nooit hoger uit dan pH=7. Dat moet een oorzaak hebben.
Waterstofchloride HCl is een voorbeeld van een zuur. De oplossing in water heet zoutzuur.
Azijn is een oplossing van azijnzuur formule CH3COOH in water. Voor het gemak schrijft men vaak HAc.