In het vervolg van dit thema laten we de volgende klassen verbindingen aan de orde komen: halogeenverbindingen, alcoholen, ethers, aldehyden, ketonen, carbonzuren, esters en aminen. We geven van elke klasse een paar voorbeelden om een indruk te geven van de verscheidenheid aan verbindingen.
Halogeenalkanen: alkaanmoleculen, waarin één of meer waterstofatomen zijn vervangen door halogeenatomen. Voorbeelden:
Alcoholen: koolwaterstoffen waarin een waterstofatoom is vervangen door een -OH groep.
De plaatsaanduiding van de karakteristieke groep is onmiddellijk voor de naam
van de karakteristieke groep.
Voorbeelden:
Ethers: koolwaterstoffen waarin waterstofatoom is vervangen door een - O - alkyl groep.
Voorbeelden:
Aldehyden: bevatten een dubbel gebonden O aan een primair C-atoom.
Aangezien bij een aldehyde de dubbel gebonden altijd eindstandig zit, is dit koolstofatoom
altijd nummer 1!
Voorbeelden:
Ketonen: bevatten een dubbel gebonden O aan een secundair C-atoom.
De plaatsaanduiding van de karakteristieke groep is onmiddellijk voor de naam
van de karakteristieke groep.
Voorbeelden:
Bij propanon en butanon wordt in de naam geen -2- vermeld, omdat de dubbele binding altijd op koolstofatoom 2 zit, de plaatsaanduiding is hier overbodig!
Carbonzuren: bevatten een - COOH groep.
Het koolstofatoom van de -COOH groep al tijd nummer 1!
Voorbeelden:
Aminen: koolwaterstoffen waarin een H-atoom is vervangen door een - NH2 groep.
De plaatsaanduiding van de karakteristieke groep is onmiddellijk voor de naam