Additie van waterstof en water

 

De additie van waterstof (hydrogenering) en van water (hydratatie) verloopt veel moeilijker dan die van de halogenen en de waterstofhalogeniden.
 

Hydrogenering

De additie van H2 noemen we hydrogenering. Alle reacties met waterstof verlopen alleen in aanwezigheid van een geschikte katalysator (Pt, Pd of Ni), wegens de hoge activeringsenergie van de reactie. De hoge activeringsenergie is het gevolg van de sterke atoombinding tussen de twee waterstofatomen (zie het thema 'Reactiesnelheid en chemisch evenwicht').
Hydrogenering wordt in de voedingsindustrie gebruikt om van vloeibare plantaardige oliƫn vaste vetten te maken. Een spijsolie bevat veel dubbele bindingen en heeft daardoor een laag smeltpunt. Door reactie mat waterstof ontstaan verzadigde vetten, die een hoger smeltpunt hebben. We noemen dit vetharding.
 

Hydratatie

De additie van H2O noemen we hydratatie. Alleen bij toevoegen van een speciale katalysator (spoor zuur, H3O+) vindt additie van water plaats:
 
 
 
De additie van water aan etheen is een belangrijk industrieel proces voor de bereiding van ethanol (zie Alcoholen).