Koolstofverbindingen als oxidator

 

Koolstofverbindingen als oxidator
 
Aldehyden en ketonen kunnen we ook reduceren. Met H2 ontstaan respectievelijk primaire en secundaire alcoholen. Hier is de koolstofverbinding de oxidator en H2 de reductor. Dit type reactie (hydrogenering) rekenen we gewoonlijk tot de additiereacties (er verdwijnen dubbele bindingen).

Reactie met natrium

Alle koolstofverbindingen met een of meer OH-groepen reageren met natrium, of met de andere alkalimetalen. Deze reacties zijn in wezen dezelfde als die van natrium met water (zie het thema 'Redoxreacties'). Natrium is een zeer sterke reductor. De koolstofverbinding is in dit geval de oxidator. De algemene reactievergelijkingen van natrium met een alkanol is:
 
 
Opmerkingen:
  • Het natriumzout is meestal gesolvateerd in de vloeistof waarin de reactie plaatsvindt. Bij indampen ontstaat het vaste zout. Indien water aanwezig is, reageert het natrium met het water, omdat die reactie veel sneller verloopt.
  • Bij notatie van de formules van zouten van koolstofverbindingen geven we vaak de ladingen van de ionen aan, om duidelijk te maken dat het zouten betreft en geen moleculaire stoffen. Bijvoorbeeld natriumethanolaat CH3-CH2O-Na+(s). Een notatie zonder ladingen, CH3–CH2ONa (s), kan een covalente binding tussen het metaalatoom en de rest suggereren.