Welke doelgroep, doel en presentatievorm je ook kiest; als je wilt dat je presentatie overkomt, is het van groot belang om aandacht aan de structuur te besteden. Voordat je de presentatie vormgeeft bedenk je het antwoord op de volgende vragen.
1. Wat zijn de hoofd- en deelgedachten die ik wil overbrengen?
Bij de presentatie van onderzoeksresultaten heb je hier bij de planning van je onderzoek al over nagedacht: de probleemstelling of hoofdvraag en de eventuele deelvragen leidden je bij je onderzoek, het antwoord op deze vragen begeleidt je bij de presentatie.
2. Welke structuur ga ik gebruiken?
Een aantal veelgebruikte structuren zijn:
- de vraag/antwoorden-structuur
In deze structuur geef je een aantal verschillende antwoorden op één vraag, eventueel aan de hand van een aantal deelvragen;
- de probleem/oplossingen-structuur
In deze structuur geef je een aantal verschillende oplossingen voor één probleem;
- de stelling/argumenten-structuur
In deze structuur behandel je een aantal argumenten bij één stelling;
- de voordelen/nadelen-structuur
In deze structuur behandel je de voor- en nadelen van iets;
- de aspectenstructuur
In deze structuur behandel je een aantal losstaande kanten van een onderwerp (bijvoorbeeld: techniek, kleding, veiligheidsmaatregelen in een artikel over surfen);
- de tijdstructuur
In deze structuur behandel je een onderwerp chronologisch of kijk je vanuit een bepaalde situatie terug naar een vroegere en latere vergelijkbare situaties.
Wanneer de presentatie opgebouwd is volgens ‘inleiding – kern – slot’, dan geeft onderstaande tabel aan op welke manier de gekozen structuur in de presentatie verwerkt kan worden.
Tabel
STRUCTUUR |
INLEIDING |
KERN |
SLOT |
vraag + antwoorden |
vraag |
antwoorden |
samenvatting of conclusie (=beste antwoord) |
probleem + oplossingen |
probleem |
oplossingen |
samenvatting of conclusie (= beste oplossing) |
stelling + argumenten |
stelling |
argumenten |
conclusie (= stelling of aanzetten tot actie) |
voordelen + nadelen |
beschrijving van het onderwerp |
behandeling van voor- en/of nadelen |
samenvatting of conclusie |
aspectenstructuur |
beschrijving onderwerp, noemen deelonderwerpen |
uitwerking deelonderwerpen |
samenvatting |
tijdstructuur |
beschrijving van het onderwerp, eventueel noemen van historische perioden |
historische uitwerking |
samenvatting en/of blik op de toekomst |