Voordat je het experiment gaat uitvoeren bedenk je wat volgens jou het antwoord op de onderzoeksvraag zal zijn. Deze hypothese moet aan de volgende eisen voldoen:
Op basis van de hypothese (veronderstelling) geef je een voorspelling (of verwachting) van de resultaten.
Het is heel raadzaam om de hypothese als volgt te formuleren: Als (hier vul je de veronderstelling in) ……, dan (hier vul de verwachte resultaten in).
Maak de hypothese zoveel mogelijk kwantitatief.
Dus niet (bijvoorbeeld) “Hoe harder de fiets gaat, des te langer wordt de remweg”, maar “Als de snelheid van de fiets 2x zo groot wordt, dan wordt de remweg 4x zo lang”.
De hypothese moet theoretisch onderbouwd worden. Je baseert je hypothese op de theorie in leerboeken (bronvermelding erbij!) of op eigen ervaringen.
Het is geen probleem als de hypothese achteraf onjuist blijkt te zijn: in je conclusie van je verslag ga je daar verder op in. Ganietachteraf de hypothese veranderen!