In de tweede fase van het literatuuronderzoek verzamel je de benodigde literatuur. Je doorloopt daarbij de volgende stappen:
a. Onderzoek definitief plannen
Wat is je definitieve probleemstelling? Welke grenzen heeft het zoekterrein? Bepaal op welke manier en in welke volgorde je in de secundaire bronnen naar literatuur gaat zoeken. Bepaal bijvoorbeeld welke jaargangen van een bibliografie je gaat doorzoeken en welke zoeksleutels je daarbij wilt gebruiken.
b. Literatuur zoeken en beoordelen
Voer nu het daadwerkelijke onderzoek uit: zoek per secundaire bron naar mogelijk geschikte (titels van) publicaties en zorg dat je die in handen krijgt. Vergeet daarbij niet te zoeken naar de meest recente literatuur. Bekijk de gevonden publicaties meteen globaal en bepaal in hoeverre ze aansluiten op het thema van onderzoek. Stel zo nodig je begrippenkader bij en zoek opnieuw. Het oordeel over een publicatie wordt bepaald door:
de waarde van de publicatie voor je onderzoek: bevat de publicatie relevante gegevens die bijdragen aan een antwoord op de probleemstelling?
de wetenschappelijke waarde van de publicatie: hoe ‘wetenschappelijk' is de publicatie? Je kunt dit onder andere afleiden uit gegevens als de uitgever, de auteur, citaten en literatuurverwijzingen. Natuurlijk zeggen deze gegevens niet alles. Wanneer je gebruik maakt van internetbronnen, realiseer je dan dat alle informatie op het internet tijdelijk is. Na verloop van tijd kan een site worden opgeheven en kan niemand jouw informatie meer natrekken.
c. Citation index en sneeuwbalmethode toepassen
Als je geschikte sleutelartikelen of reviews vindt, kun je met behulp van een Citation Index (Web of Science) naar meer recente literatuur zoeken.
Je kunt ook literatuur uit een verder verleden zoeken via de literatuurverwijzingen in de gevonden literatuur (de zogenaamde sneeuwbalmethode).
d. Vakgenoten raadplegen
Ga eventueel te rade bij de eerder gezochte vakgenoten, vraag om literatuurreferenties en zoek de betreffende publicaties op.