Immer wieder der Stamm! Bij zowel zwakke als sterke werkwoorden is het belangrijk dat je de stam van het werkwoord kunt vormen. Zoals je je misschien wel herinnert, vind je de stam van het werkwoord in de Duitse taal door de uitgang -(e)n aan het eind van het hele werkwoord weg te laten. Dit geldt voor zowel zwakke als sterke werkwoorden!
Hele werkwoord | Stam |
---|---|
trinken | trink- |
hören | hör- |
fliegen | flieg- |
sammeln | sammel- |
Achter deze stam plakken we nu telkens een uitgang. De uitgangen zijn:
ich -e, du -st, er/sie/sie -t, wir -en, ihr -t, sie/Sie -en voor zowel zwakke als sterke werkwoorden.
Alleen de modalverben (zie thema 3) hebben andere uitgangen.
Wat is er zo anders dan bij de sterke werkwoorden?
De eerste afwijking waar we vandaag naar gaan kijken heeft te maken met sterke werkwoorden die in de stam een 'e' hebben, bijvoorbeeld stehlen, helfen en lesen.
De 'e' in de stam verandert wanneer het werkwoord vervoegd wordt, maar alleen bij 'du' en 'er/sie/es'.
Hoe deze 'e' verandert, hangt af van of the 'e' in de stam kort is (zoals bij helfen), of lang (zoals bij lesen):
Klinkt de 'e' in de stam kort (zoals bij helfen), dan verandert de 'e' slechts in een 'i' (du hilfst, er/sie/es hilft).
Klinkt de 'e' in de stam lang (zoals bij lesen), dan verandert de 'e' in 'ie' bij 'du' en 'er/sie/es' (du liest, er/sie/es liest).