Voorbeelden

Het werkwoord spielen:

Persoon Stam Uitgang
ich spiel- e
du spiel- st
er spiel- t
sie spiel- t
es spiel- t
wir spiel- en
ihr spiel- t
sie spiel- en
Sie spiel- en


Sommige zwakke werkwoorden hebben een stam die op een 'd' of een 't' eindigt.
Je krijgt dan een extra -e- bij 'du', 'er', 'sie', 'es' en 'ihr' om te voorkomen dat de woorden lastig uit te spreken zijn. Het werkwoord 'arbeiten':

Persoon Stam Uitgang
ich arbeit- e
du arbeit- est
er arbeit- et
sie arbeit- et
es arbeit- et
wir arbeit- en
ihr arbeit- et
sie arbeit- en
Sie arbeit- en


Sommige zwakke werkwoorden hebben een stam die op een 's' , 'ss', 'ß' of 'z' ('s klank') eindigt. In dat geval verdwijnt er bij de uitgang van 'du' een s:
het wordt dus niet 'du reisst', maar 'du reist'. Het werkwoord 'reisen':

Persoon Stam Uitgang
ich reis- e
du reis- t (niet st)
er reis- t
sie reis- t
es reis- t
wir reis- en
ihr reis- t
sie reis- en
Sie reis- en