De Duitse lidwoorden in de eerste en vierde naamval
Hoe veranderen de lidwoorden dan in de verschillende naamvallen?
Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Meervoud | |
---|---|---|---|---|
1e naamval (nominatief) | der/ein | die/eine | das/ein | die/keine* |
Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Meervoud | |
4e naamval (accusatief) | den/einen | die/eine | das/ein | die/keine |
* 'een' gaat niet samen met een woord in het meervoud. Zoals je ziet veranderen de uitgangen alleen bij mannelijke woorden in de vierde naamval.
Vrouwelijke woorden, onzijdige woorden en woorden in het meervoud veranderen in de 4e naamval niet van vorm.
Wat voorbeelden:
Je ziet dat ook hier alleen de vierde naamval van de mannelijke woorden anders is.
Wat voorbeelden: