Eindproduct: Wie is wie?

Over wie gaan de verhalen?

Ook in Nederland waren de leefomstandigheden rond 1900 in veel steden slecht. Ook in Nederland werkten arbeiders onder slechte omstandigheden in fabrieken. En ook in Nederland waren er politieke partijen die opkwamen voor de arbeiders.

Hieronder staan twee verhalen van Nederlandse socialisten/communisten.
Aan jou de opdracht om uit te zoeken wie het zijn.

Verhaal 1

“Ik was advocaat en een van de belangrijkste socialistische leiders in Nederland.
Ruim twintig jaar zat ik voor de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij) in de Tweede Kamer.
Toen in 1917 de Russische Revolutie uitbrak dacht ik dat de tijd rijp was voor een revolutie in Nederland.
Ik riep in november 1918 op tot een socialistische revolutie.
Ondanks de kloof tussen rijk en arm en de grote werkloosheid gebeurde er weinig tot niets.
Mijn oproep tot revolutie was mislukt.
Het was duidelijk dat hervormingen voor de arbeiders via het parlement tot stand zouden moeten komen.”

 

Verhaal 2

“Ik word wel beschouwd als een van de grondleggers van het socialisme in Nederland.
Ik was predikant maar ging steeds meer aan het geloof twijfelen.
Ik trok me de ellende van de arbeiders zo aan dat ik besloot om voor ze te vechten.
Mijn strijd richtte zich tegen de in mijn ogen belangrijkste veroorzakers van de ellende: de kerk, de overheid en de fabrikanten.
Het was belangrijk om de arbeiders een stem te geven, want ze hadden nauwelijks rechten.
Ik wilde het liefst een socialistische revolutie op gang brengen om de maatschappij in één keer te hervormen.
Desondanks ben ik ook lid geweest van de Tweede Kamer.”

De gegevens die je hebt gevonden noteer je in een tekstdocument.

Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van je tekstdocument op het volgende:

Klaar?
Lever je tekstdocument in bij je docent.