Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kan ik:
- beschrijven dat aan de industriële revolutie een agrarische revolutie vooraf ging.
- uitleggen waarom de uitvinding van de stoommachine gezien kan worden als het begin van de industriële revolutie.
- vertellen dat de industriële revolutie begon in Engeland.
- de werkomstandigheden van arbeiders in de fabrieken omschrijven.