Begrippenlijst

Ontstaan parlementair stelsel

Economische vrijheid
Vrijheid om handel te drijven zonder dat de staat of de kerk zich ermee bemoeit. Mensen mogen ook eigen bezittingen hebben.

Eenheidsstaat
Een staat waar een centrale overheid de macht heeft.

Ministeriƫle verantwoordelijkheid
Ministeriƫle verantwoordelijkheid houdt in dat ministers verantwoordelijk zijn voor de daden van de regering, en niet de koning. Dit is ingevoerd in de Grondwet van 1848.

Willem II
Willem II wordt op 7 oktober 1840 de tweede koning van Nederland. Hij vindt het goed dat Thorbecke een liberale grondwet schrijft.

J.R. Thorbecke
J.R. Thorbecke was een liberale Nederlandse staatsman. Hij is de grondlegger van de moderne staatsinrichting van Nederland. Hij ontwierp de nieuwe grondwet, een liberale grondwet.

Amendement
Een amendement is een wijziging van een officieel document. In de Grondwet van 1848 kreeg de Tweede Kamer het recht om voorstellen in te dienen om een wetsontwerp aan te passen.

Grondwet
De grondwet is de belangrijkste wet van een staat.
Er staat in hoe de staat bestuurd moet worden. En ook de rechten en plichten die elk individu heeft, staan erin.

Democratisering
'Het volk aan de macht'. Een ontwikkeling waarbij het bestuur van een land of groep democratischer wordt.
De besluiten worden dan door meer mensen genomen dan voorheen.

Volksinvloed Grondwet 1848 Thorbecke
Onder leiding van Koning Willem II wilde een steeds groter deel van de bevolking meer te zeggen hebben. Om een revolutie te voorkomen, stemde de koning in met een nieuwe grondwet. Die werd in 1848 door J.R. Thorbecke geschreven. Nederland kreeg toen een parlementair stelsel. Er stond onder andere een uitbreiding van het kiesrecht in: meer mannen (met voldoende geld) mochten daarna stemmen.

Liberalisme
Het liberalisme wil zo veel mogelijk vrijheid voor iedereen. Volgens het liberalisme moet iedereen voor zijn eigen bestaan zorgen.