Na de middeleeuwen waren de mensen ontevreden over drie dingen:
de grote macht van de koning, de strenge kerk en de standenmaatschappij.
Hoe zou het anders kunnen? Belangrijke filosofen (denkers) dachten daarover na.
Franse filosofen als Diderot en Montesquieu bedachten dat er meer vrijheid moest komen.
Er ontstonden hele nieuwe ideeën over de mens, godsdienst en de maatschappij.
Door alle nieuwe ideeën ging bij veel mensen 'het licht aan'.
Ze keken anders tegen dingen aan. Daarom heet deze periode 'de Verlichting'.
Bestudeer de pagina's van de volgende twee onderdelen uit de Kennisbank:
![]() |
Verlichting |
![]() |
Uitgangspunten van de Verlichting |