Stap 2: Belastingen, leger en ambtenaren

Belastingen waren de belangrijkste bron van inkomsten voor koningen en vorsten. Ze hadden veel geld nodig voor hun leger en een luxe leven aan het hof. Om hun macht te laten zien, woonden ze in grote kastelen met dure spullen en kunst.

Ook de adel leefde in luxe en wilde laten zien dat ze net zo rijk waren als andere machtige families in Europa. Edelen zagen hun leen steeds meer als hun eigen bezit. Dat was lastig voor de koning, want hij had hun steun nodig in oorlogen.

Maar de adel wilde steeds minder helpen. Daarom stelden koningen een eigen leger in: een permanent leger met vaste soldaten. Zo waren ze niet meer afhankelijk van edelen.

Zo’n leger kostte veel geld. Daarom stelde de koning ambtenaren aan om het bestuur te regelen en belastingen te innen. Ambtenaren waren goed opgeleid en werkten direct voor de koning. Ze kregen hun loon van hem en waren daarom trouwer dan de adel, die vooral aan zichzelf dacht.

 

Lees in de Kennisbank meer over belastigen, leger en ambtenaren.

Beantwoord daarna de vragen.

Belastingen, leger en ambtenaren