![]() |
Verhouding tussen vorst en adel |
Leger |
Permanent leger |
Leenman |
Centralisatie Het besturen van een land vanuit één centraal punt door de vorst en zijn ambtenaren. |
Hof/hofleven Alle personen waarmee een koning of vorst zich omringt. De hofhouding bestond niet alleen uit de huishouding van de vorst. De hofhouding vormde ook het bestuurlijke centrum van een staat. |
Centraal bestuur De vorsten gingen centraal – vanuit één punt (de hoofdstad) - hun gebied besturen. Daarvoor stelden ze ambtenaren aan. Die moesten de belastingen innen. |
Adel De adel bestond uit graven, hertogen en andere leenheren die van de vorst een stuk grond als 'leen' hadden ontvangen. De adel was rijk en machtig. |
Directe dienaar Ambtenaren waren directe dienaren in dienst van de koning of vorst. Ze ontvingen loon en daarom waren ze erg trouw aan de koning. |
Ambtenaren Ambtenaren waren goed opgeleid en in dienst van de koning. Zij werden de vertegenwoordigers van de staat. |
Bezit Wat van jou is, waar je eigenaar van bent. |
Verhouding Onderling verband. |
Vorst Een monarch, ook wel vorst of koning genoemd, is een staatshoofd. Een vorst heeft het gezag over het gebied waar hij of zij over regeert. |