
Vanaf de 3e eeuw v.Chr. begon Rome gebieden te veroveren buiten Italiƫ. In de eeuwen daarna breidde het rijk zich enorm uit. Op het hoogtepunt bestond het Romeinse Rijk uit bijna heel West-Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
Overal waar de Romeinen kwamen, bouwden ze steden, wegen, aquaducten, badhuizen, tempels en amfitheaters.De Romeinse bouwkunst is beroemd en wordt nog steeds bewonderd.
In West-Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten zie je nu nog Romeinse bouwwerken.
De Romeinen wilden met die bouwwerken laten zien hoe slim en machtig ze waren. Ze gebruikten daarvoor technische kennis die ze van de Grieken hadden overgenomen.
De Romeinen bouwden met:
Dankzij deze technieken konden ze enorme, indrukwekkende ruimtes bouwen.
Voorbeelden van gebouwen in de Romeinse bouwstijl zijn:
Amfitheater
Een amfitheater is een groot, ovaal gebouw zonder dak en met tribunes eromheen.
Hier werden gladiatorengevechten en gevechten met wilde dieren gehouden.
Het bekendste amfitheater is het Colosseum in Rome.
Thermen
Thermen waren openbare badhuizen waar mensen kwamen om te baden en te sporten.
De Romeinen gebruikten een slimme manier om deze gebouwen te verwarmen:
ze verhitten water met vuur in de kelder. De warme lucht werd door het badhuis geleid.
Aquaduct
Een aquaduct lijkt op een brug, maar er stroomt water overheen.
Zo konden de Romeinen drinkwater naar de steden brengen.