Bij een debat hebben twee of meer mensen een verschillende mening over een onderwerp. Deze standpunten worden helder in beeld gebracht door argumenten voor het eigen standpunt te geven, of door de argumenten van de ander met tegenargumenten te bestrijden.
De organisatie
Maak met je docent afspraken over de volgende zaken:
Wie is voorzitter?
Wie komen in de jury (4 personen)? Tip: vraag andere docenten of oudere leerlingen om in de jury plaats te nemen.
Hoe stellen we de debatersgroepen samen (twee groepen van 4 leerlingen)? Tip: de groepen kunnen bijv. door loting worden samengesteld, of door eerst twee opponenten te kiezen die daarna elk drie medestanders mogen kiezen.
Wanneer kan het debat plaatsvinden? (Datum, tijd)
Wie coacht de groepen - zijn hier twee docenten voor te vinden?
Hoe wordt het lokaal ingericht?
Hoeveel spreektijd krijgt een deelnemer per ronde?
Zijn POI's toegestaan, en wanneer en hoe lang?
Hoe wordt er verslag gelegd (opnames, aantekeningen) en wie doen dat? Tip: zorg dat er iemand van de schoolkrant bij is.
Welke rol heeft het publiek in de verkiezing? Tip: laat na elke debatronde stemmen.
Wat gebeurt er met de winnaars en de verliezers? Tip: zorg voor een of enkele prijsjes.
De voorbereiding
Of je nu deelnemer bent, jurylid of publiek: zorg dat je goed voorbereid in de strijd komt. Dat betekent: ga je nog eens verdiepen in elk onderdeel waar de stelling bij hoort.
Maak notities van feiten, namen, jaartallen en gebeurtenissen die je belangrijk lijken voor de stelling.
Maak notities van argumenten, die je voor of tegen de stelling kunt vinden in het lesmateriaal.
Ga ook buiten het lesmateriaal op zoek naar argumenten die je kunt gebruiken.
Bedenk tenslotte, welke argumenten de andere partij waarschijnlijk zal gebruiken - en zoek daarbij dus ook weer tegenargumenten. Maak ook hiervan notities.
Deel je notites en discussieer erover: maar alleen met degenen die geen tegenpartij zijn in het debat.
Bewaar je notities goed en neem ze voor het debat (als huiswerk...) nog eens door.
De stellingen
De gebeurtenissen in Tijdvak 10 hebben veel sporen achtergelaten in onze maatschappij. Daardoor hebben we nog steeds te maken met problemen die erfenissen zijn van het verleden.
Hieronder enkele voorbeelden van stellingen die je voor het debat kunt gebruiken.
Over: TV 10 - Nationalistische bewegingen in koloniën. Stelling: De manier waarop het westen profiteert van goedkope (kinder-)arbeid in arme landen is erger dan kolonialisme.
Over: TV 10 - Blokvorming tussen Oost en West Stelling: In de tijd van de blokvorming was de wereld veiliger dan nu.
Over: TV 10 - Toenemende pluriformiteit Stelling: De multiculturele samenleving is mislukt.
Over: TV 10 - Europese integratie Stelling: De EU en de euro hebben Nederland vooral veel ellende gebracht.
Meer dan woorden
Een maaltijd is niet alleen lekker als er goede ingrediënten worden gebruikt.
Het moet er ook smakelijk uitzien en de sfeer aan tafel speelt ook mee.
Een debat wordt ook niet alleen gewonnen met goede argumenten.
Je moet zorgen dat ze prettig worden 'opgediend'.
Bedenk dat je het publiek moet overtuigen! Hoe krijg je de zaal op je hand?
Verdiep je in de volgende middelen:
Humor helpt
Lichaamstaal
Je stem
Gebaren en houding
Verleiden en uitdagen
Respect en goede manieren
Goed luisteren en reageren
Geef je verhaal een kop, romp en staart
De kracht van de herhaling
Voorbeelden geven
Bespreek met je medestanders:
Op welke manier kun je deze tien middelen gebruiken bij het verdedigen van jullie stelling?
Debatteren maar!
Na alle voorbereidingen is het nu tijd om het echte debat te voeren. Succes!
Beoordeling
Jullie docent let tijdens het debatteren op de volgende punten.
Heb je de rol die je gekregen had (bijvoorbeeld voorzitter of jurylid) goed uitgevoerd?
Had je je goed voorbereid op de stelling; Wist je voldoende feiten en had je die voor zien van argumenten?
Heb je de juiste houding in het debat; heb je geen mede-debatteerders in de rede gevallen enzovoort.