Eindopdracht B: Kruiswoordpuzzel
Je maakt samen met een klasgenoot een kruiswoordpuzzel.
Jullie kruiswoordpuzzel gaat over de manier waarop jagers-verzamelaars leefden.
Doe het zo:
- Geef een omschrijvingen van begrippen;
Als je klasgenoot het begrip weet, zet deze de letters van het woord in de vakjes.
Zo los je de puzzel op.
Start zo:
- Zoek woorden en afbeeldingen die passen bij het onderwerp.
- Maak van ieder woord een (korte) omschrijving.
- Maak nu het hokjespatroon en schrijf de omschrijvingen erbij.
Tip
Gebruik de begrippenlijst bij de opdracht.
Klaar?
- Kopieer de puzzel één of twee keer.
- Laat de puzzel oplossen door een of twee klasgenoten.
- Vraag om commentaar op jullie puzzel.
- Probeer ook een puzzel van jullie klasgenoten op te lossen.
- Geef op een positieve manier feedback aan jullie klasgenoten.
Beoordeling
Laat de puzzel beoordelen door de docent.
Bij de beoordeling wordt erop gelet dat:
- De kruiswoordpuzzel minimaal 8 woorden bevat.
- De omschrijvingen op de juiste manier naast de puzzel staan.
- De puzzel niet te makkelijk en niet te moeilijk is. De puzzel moet door klasgenoten te maken zijn.
- De kruiswoordpuzzel er verzorgd uitziet.
- De kruiswoordpuzzel op tijd klaar is.

|
Bij een kruiswoordpuzzel vul je de letters van woorden in vakjes in.
|

|