AAN DE SLAG! (de opdracht)

Stap 1: maak groepen van 2 of 3 personen.

 

Ontstaan van de dans:

  1. In welke periode/plaats vindt deze dans haar oorsprong?
  2. Wat is de oorspronkelijke functie van de dans?
  3. Vertel iets over de culturele context (wat gebeurde er toen in de maatschappij, hoe werden mensen beïnvloed)

 

Over het gekozen fragment:

  1. Wie danst er?
  2. Hoe wordt er gedanst?
  3. Hoeveel dansers zijn er? Is het een duet, een groepsdans of een solodans?
  4. Is er een wisselwerking of wordt er synchroon gedanst?
  5. Is de dans formeel of op basis van improvisatie?

 

De vorm van de dans:

  1. Hoe ziet de dans eruit? kan je danspatronen herkennen?
  2. Hoe beweegt het lichaam zich? Denk aan danspassen, vloeiende vormen, sprongen, hoekige of stotende bewegingen.
  3. Is de dans explosief of zijn de bewegingen klein?
  4. Hoe wordt de ruimte gebruikt?

 

De Muziek

  1. Beschrijf de muziek (ritme, melodie, tempo, maat, ritme, klanksterkte, klankkleur/instrumenten, structuur)
  2. Beschrijf de relatie tussen de muziek en de dans

 

Stap 2: Zoek een fragment op waarin je deze danssoort nog een keer ziet, maar dan in een andere vorm of tijd. Een variant.

Vergelijk de fragmenten op:

  1. Inhoud (verhaal, onderwerp, emotie, ceremonie)
  2. vorm (bewegingen, solo, danspaar, groepsdans)
  3. rol van de choreograaf

 

Stap 3: Welke van de onderstaande functies past het beste bij de fragmenten die je hebt gekozen? Hoe kan je dat zien?

 

Stap 6: Maak een inhoudelijke presentatie van de bovenstaande bevindingen.

De presentatie duurt tussen de 2 en 5 minuten en bevat een vergelijking tussen 2 dansfragmenten.

West Europese traditie:

Ballroom dansen:

Dansen vanuit Afrikaanse invloeden

Dansen vanuit discomuziek/Massacultuur:

Film en TV-dans

 

Internationale folkflore

 

Meer informatie kan je vinden op:

http://danstijd.slo.nl