Bij onregelmatige en sterke werkwoorden zijn vier groepen voltooid deelwoorden te onderscheiden.
1 Geen verandering van de stam
Het voltooid deelwoord begint met ge- en eindigt op een -en.
Voorbeelden:
kommen - gekommen, geben - gegeben, fahren - gefahren
2 Onregelmatige werkwoorden
Voorbeelden: gehen - gegangen, essen - gegessen, stehen - gestanden, verstehen - verstanden, sitzen - gesessen, nehmen - genommen.
3 Verandering van de stam
e wordt o; ie wordt o; ei wordt ie; i wordt u
Voorbeelden fliegen - geflogen, sprechen - gesprochen, bleiben - geblieben, schließen - geschlossen, finden - gefunden, singen - gesungen, trinken - getrunken, liegen - gelegen
4 Verandering van de stam eindigt op een -t.
Voorbeelden
bringen - gebracht, wissen - gewusst