DER- und EIN-groep

De bepaalde lidwoorden in de derde naamval (DER-groep)

Naamval Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Meervoud
1e naamval
(onderwerp)
der Bruder die Schwester das Haus die Kinder
3e naamval
(meewerkend voorwerp)
dem Bruder der Schwester dem Haus den Kindern
4e naamval
(lijdend voorwerp)
den Bruder die Schwester das Haus die Kinder


De onbepaalde lidwoorden in de derde naamval (EIN-groep)
De bezittelijke voornaamwoorden mein-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer-, ihr-, Ihr- krijgen dezelfde uitgangen.

Naamval Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Meervoud
1e naamval
(onderwerp)
ein Bruder eine Schwester ein Haus keine Kinder
3e naamval
(meewerkend voorwerp)
einem Bruder einer Schwester einem Haus keinen Kindern
4e naamval
(lijdend voorwerp)
einen Bruder eine Schwester ein Haus keine Kinder