Mijn, zijn, jouw, ons, hun zijn allemaal voorbeelden van bezittelijke voornaamwoorden.
In het schema hieronder zie je Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden en de Duitse vertaling.
| Bezittelijk voornaamwoord | Vertaling |
|---|---|
| mijn | mein- |
| jouw | dein- |
| zijn | sein- |
| haar | ihr- |
| ons/onze | unser- |
| jullie | euer- |
| hun | ihr- |
| uw | Ihr- |
Achter de bezittelijk voornaamwoorden staat een streepje.
Achter het bezittelijk voornaamwoord kan nog een uitgang komen.
De uitgang -e wordt aan het bezittelijk voornaamwoord toegevoegd als het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort vrouwelijk is of in het meervoud staat.
m = mannelijk voornaamwoord
v = vrouwelijk voornaamwoord
| Voorbeelden | Mannelijk | Vrouwelijk |
|---|---|---|
| mijn | mein Sohn | meine Tochter |
| jouw | dein Bruder | deine Schwester |
| zijn | sein Vater | seine Frau |
| haar | ihr Mann | ihre Mutter |
| ons/onze | unser Onkel | unsere Tante |
| jullie | euer Cousin | eure Cousine* |
| hun | ihr Opa | ihre Oma |
* Let op: als er een uitgang achter 'euer' komt, valt de 'e' in het midden weg!