In een zin met een toevallig wederkerend werkwoord:
1. is het toevallig wederkerende werkwoord niet altijd gekoppeld aan een wederkerend voornaamwoord;
2. hoort het wederkerende voornaamwoord niet bij het werkwoordelijk gezegde!
3. is het wederkerende voornaamwoord het lijdend voorwerp.
Hoe vind je een toevallig wederkerend werkwoord?
Bij een toevallig wederkerend werkwoord kun je meestal "zelf" vastplakken aan het wederkerend voornaamwoord.
Zin: Ik douche me(zelf) iedere ochtend.
Verplicht wederkerend werkwoord: douchen
Wederkerend voornaamwoord: me
Werkwoordelijk gezegde: douche
Lijdend voorwerp: me