Opdrachten

Nu mag jij je werkblad erbij pakken. Maak de vragen 1 tot en met 5 en lever het blad in bij de juf.

1. Je ziet hier twee constructies. Als jij nu een bouwwerk zou gaan maken, welke kies je dan en waarom? Beschrijf duidelijk wat je ziet en waarom dit dus jouw keuze is.

 

 

 

 

2. Als jij een ontwerper zou zijn en een brug mocht maken, hoe zou deze er dan uit zien? Teken de brug en schrijf bij de onderdelen welke materialen je zou gebruiken en waarom.

3.We hebben het net gehad over de driehoeksconstructie in het frame van een fiets. Er zijn nog veel meer constructies te vinden in de vormen van een fiets. Teken een fiets en schrijf erbij wat voor constructies er allemaal te vinden zijn.

4a. Ontwerp je mooiste vila met prachtige tuin. Bij iedere vorm/constructie die je gebruikt beschrijf je wat voor constructie het is en waarom je het gebruikt voor bijvoorbeeld het dak.

4b. We hebben het net gehad over driehoeken. Daarom zullen veel van jullie een dak in de vorm van een driehoek gemaakt hebben. Als je nou toch graag een plat dak wilt, wat kun je dan doen om de constructie toch stevig te maken?

5. We gaan straks een proefje doen met het bouwen van constructies. Bedenk voor jezelf alvast een manier om dit aan te pakken. Denk aan bouwen met stokjes en teken je plan. Schrijf erbij waarom je hiervoor kiest.

 

.