Samenwerken

|
Bij deze vaardigheid gaat het om het gezamenlijk realiseren van een doel en anderen daarbij kunnen aanvullen en ondersteunen.
• verschillende rollen bij jezelf en anderen (h)erkennen ;
• hulp kunnen vragen, geven en ontvangen;
• een positieve en open houding ten aanzien van andere ideeën;
• respect voor culturele verschillen;
• kunnen onderhandelen en afspraken maken met anderen in een team;
• kunnen functioneren in heterogene groepen;
• effectief kunnen communiceren.
|
Creatief denken en handelen

|
Bij deze vaardigheid gaat het om het bedenken van nieuwe ideeën en deze kunnen uitwerken
en analyseren.
• een onderzoekende en ondernemende houding;
• het kunnen denken buiten de gebaande paden en nieuwe samenhangen kunnen zien;
• het kennen van creatieve technieken (brainstorming en dergelijke);
• het durven nemen van risico’s en fouten kunnen zien als leermogelijkheden
|
Probleemoplossend denken
en handelen

|
Bij deze vaardigheid gaat het om het (h)erkennen van een probleem en om het kunnen komen tot een plan om het probleem op te lossen.
• problemen kunnen signaleren, analyseren en definiëren;
• kennen van strategieën om met onbekende problemen om te gaan;
• oplossingsstrategieën kunnen genereren, analyseren en selecteren;
• het creëren van patronen en modellen;
• het kunnen nemen van beargumenteerde beslissingen
|
Kritisch denken

|
Bij deze vaardigheid gaat het om het kunnen formuleren van een eigen, onderbouwde visie of mening.
- informatie kunnen interpreteren, analyseren en synthetiseren;
- hiaten in kennis kunnen signaleren;
- het kunnen stellen van betekenisvolle vragen;
- het kritisch reflecteren op het eigen leerproces;
- het open staan voor alternatieve standpunten;
- het effectief kunnen redeneren en formuleren
|
Communiceren

|
Bij deze vaardigheid gaat het om het effectief en efficiënt overbrengen en ontvangen van een boodschap.
- doelgericht kunnen uitwisselen van informatie met anderen (spreken, luisteren,
- de kern van een boodschap herkennen, effectief verwoorden, duidelijk zijn, ruis voorkomen);
- kunnen omgaan met verschillende communicatieve situaties (gesprekken, presentaties, debatten, etc.) en het kennen van de gesprekstechnieken, -regels en sociale conventies bij elke situatie;
- kunnen omgaan met verschillende communicatiemiddelen (teksten, films) en het
- hanteren van verschillende strategieën daarbij;
- hebben van inzicht in de mogelijkheden die ICT biedt om effectief te communiceren.
|