Stap 3: Demografische transitie

Dat de wereldbevolking niet overal even snel groeit heeft te maken met wat genoemd wordt de ‘demografische transitie’.
Hoe die ontwikkeling in zijn werk gaat, wordt uitgelegd in de video.


Bedenk daarbij dat ook de leeftijdsopbouw van invloed is op het geboorte- en sterftecijfer. Een jonge populatie heeft de mogelijkheid een hoog geboortecijfer te realiseren. De vruchtbaarheid van de populatie is groot.
In een oude populatie is de kans dat het sterftecijfer stijgt groot. In het Westen zie je de bevolking vergrijzen en de vruchtbaarheid dalen.

Een kenmerkend verschil tussen landen waar de vierde fase al is bereikt en landen waar dat nog niet het geval is, wordt uitgelegd in het tweede videofragment: van 10:17 min. “We bekijken tot slot nog twee begrippen" tot 11:16 min. “het hoge geboorteoverschot in steden."
In dit fragment wordt gesproken van urbanisatie in plaats van verstedelijking, maar beide termen betekenen precies hetzelfde.

Kijk naar het derde videofragment: van 5:28 min. “Demografische druk" tot 6:17 min. “heeft de vorm van een urn."

NB In de video wordt gesuggereerd dat de demografische druk in ontwikkelingslanden wordt bepaald door de jongeren en in rijke landen door de ouderen.
Dat is onjuist: Demografische druk is de som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar. Het is de som van de ‘groene druk’ en de ‘grijze druk’.

Kijk naar het vierde videofragment: van 5:05 min. “Het model is een vereenvoudiging van de werkelijkheid.” tot 5:27 min. “geen rekening gehouden met migratie."