Als je een driehoek zou uitknippen zou je kunnen opmeten hoe groot de zijdes zijn. Dit noemen we omtrek.
Je zou ook kunnen berekenen hoe groot het vel papier dan moet zijn waaruit je het knipt. Dit noemen we oppervlakte.
De omtrek bereken je door alle zijdes bij elkaar op te tellen.
De oppervlakte bereken je door de zijde met de bijbehorende hoogte te vermenigvuldigen zoals lengte en breedte.
LET OP: bij een driehoek moet je dan wel nog x 0,5 doen, dus daar de helft van nemen.
Een driehoek is namelijk de helft van een rechthoek.
Knip maar eens een rechthoek uit op de diagonaal!
Schrijf op:
De formule voor het uitrekenen van de oppervlakte van een driehoek is: 0,5 x zijde x bijbehorende hoogte.
De oppervlakte van een driehoek is de helft van de rechthoek waar de driehoek precies in past.
De omtrek van een driehoek bereken je door de lengte van de zijdes bij elkaar op te tellen.