1H09.E Extra opgaven ............................................................................................................
1 Een kaars wordt aangestoken.
In de grafiek zie je het verband tussen
de brandtijd en de lengte van de kaars.
Hieronder zie je drie kaarsen.
a Bij welke kaars hoort de grafiek?
b Schets in het assenstelsel op het werkblad hoe de grafieken
bij de andere twee kaarsen er uit zien.
2 Een fietser rijdt steeds met dezelfde snelheid van 18 km/uur.
a Neem de tabel over in je schrift en vul die verder in:
b Welke formule hoort bij de tabel? ______ = ______ × ______
c In plaats van woorden kun je in een formule ook lettervariabelen gebruiken.
Gebruik de letter t voor ..... en de letter a voor ......
Dan wordt de formule: ______ = ______ × ______
d Teken in een assenstelsel (in je schrift) de grafiek bij deze tabel en formule.
3 Hiernaast zie je een achthoek getekend.
Alle zijden van de achthoek zijn even lang.
Gebruik voor de lengte van één zijde de variabele a.
a Maak de formule af:
omtrek = ______ × ______
b Bereken de omtrek als a = 8.
Schrijf je berekening op.
c Bereken de omtrek als a = 11.
Schrijf je berekening op.
4 Het bedrag dat een installatiebedrijf rekent voor een klus bestaat uit
voorrijkosten (€ 40,-) plus een bedrag per uur (€ 30,-).
a Hoeveel betaal je als je het bedrijf een klus laat doen waarvoor ze
2 uur nodig hebben?
Schrijf je berekening op.
b En hoeveel betaal je als de klus 5 uur duurt?
Schrijf je berekening op.
c Met welke formule kun je de kosten berekenen?
A bedrag = 40 + 30 × aantal uur
B bedrag = 30 + 40 × aantal uur
5 Iris werkt in de supermarkt. Ze verdient € 3,- per uur.
Jenayro werkt in een bouwmarkt. Hij verdient € 4,- per uur.
a Maak de twee formules af.
Iris: verdiensten = ______ × ______
Jenayro: verdiensten = ______ × ______
b Neem de twee tabellen over in je schrift en vul ze in.
c Teken in het assenstelsel op het werkblad twee grafieken:
de grafiek die past bij de tabel van Iris (blauw) en de grafiek die past
bij de tabel van Jenayro (groen).
d Leg uit hoe je aan de grafieken ziet dat Jenayro per uur meer verdient
dan Iris.
6 Een docent wiskunde gebruikt de volgende formule bij het bereken van de
cijfers voor een proefwerk:
c = (a + 4) : 4
In de formule is:
a het aantal punten dat je hebt gehaald
c het cijfer voor je proefwerk wiskunde
a Neem de tabel over in je schrift en vul die in:
b Maak in het assenstelsel op het werkblad een grafiek bij de tabel.
c Welk cijfer krijgt je als je 26 punten haalt?
Leg uit of je de formule, de tabel of de grafiek hebt gebruikt.