representativiteit van bronnen

Iedere school kent schoolfeesten. Als docent vind ik die feesten altijd gezellig en ik ga er graag heen om te surveilleren. Als mijn vrouw daarna vraagt hoe het feest was, laat ik haar de bovenstaande foto zien. Ik vertel dat er een leerling dronken was en een uur lang heeft zitten overgeven op het toilet. Deze foto is een betrouwbare bron: ik heb deze zelf gemaakt op het feest, waar ik ook aanwezig was. Mijn vrouw mag gerust aannemen dat dit echt is gebeurd.

Maar mag mijn vrouw ook aannemen dat alle leerlingen op een schoolfeest altijd dronken zijn? Mag zij aannemen dat deze foto van toepassing is op de meeste leerlingen? Of moet zij ervan uitgaan dat dit een incident is? Is deze dronken leerling een goede weergave van het algemene gedrag van leerlingen (representatief)? Of is het gedrag van deze leerling een uitzondering (niet representatief)?

Om de representativiteit van een bron vast te stellen, moet je jezelf de vraag stellen: is de informatie uit de bron een uitzondering? Of kwam het vaker voor? Als het een uitzondering is, dan is de bron niet representatief. Als het vaker voorkomt, dan is de bron wel representatief. Als je meer bronnen over dezelfde gebeurtenis hebt, dan is de vraag makkelijker te beantwoorden. Als ik meerdere foto’s van kotsende leerlingen heb, dan is de informatie representatief. Dat is ook het geval als meerdere surveillerende docenten dergelijke foto’s of verhalen (= bronnen) hebben. Helaas heb jij als leerling vaak niet veel bronnen tot je beschikking. Toch kun je dan nog steeds jezelf de vraag stellen of de informatie algemeen geldig is of een uitzondering.