Doelgerichte lesopbouw richt zich op de vraag: wat weten of kunnen mijn leerlingen bij het verlaten van de les meer dan toen zij binnenkwamen? Dat gaat verder dan: “wat gaan we (de docent) doen of behandelen” want daarmee wordt alleen uitgegaan van de inhoud van de les en niet van de leeractiviteiten. (Bron: Effectief leren, Ebbens, p. 52)
Een les krijgt betekenis als de leerling weet waarvoor hij/zij de kennis kan gebruiken. De leerling kan dan de volgende vragen beantwoorden (Perkins, 1986) (Bron: Effectief leren, Ebbens, p. 21)
wat is het doel van deze kennis?
wat zijn de kenmerken ervan?
kan ik voorbeelden geven?
welke maatschappelijke argumenten heb ik?
Nut van een leerdoel voor de docent:
Een leerdoel bedenken dwingt je na te denken over wat de opbrengst van je les moet zijn; er moet iets bereikt worden.
Dat dwingt je dan weer na te denken over hoe je dat doel zou kunnen bereiken; wat moeten de leerlingen tonen of kennen.
Het garandeert de noodzakelijke afstemming op formele doelen, zoals toetsen, examens, doorlopende leerlijnen.
(Bron: Handboek voor leraren, Walter Geerts en René van Kralingen, p. 92)
Nut van een leerdoel voor de leerling
Structuurondersteuning verhoogt de motivatie en prestatie van leerlingen. Onder structuur ondersteunende gedragingen worden verstaan: aangeven van leerdoelen, beoordelingscriteria, verwachtingen, procedures en afspraken. (Bron: Gemotiveerd leren en lesgeven, de kracht van intrinsieke motivatie, Ros, A., Castelijns, J., Loon, A. van, Verbeeck, K. (2014). Amsterdam: Coutinho. p. 85)
Leerling kan zich aan de leerdoelen committeren wanneer deze door docent geëxpliciteerd worden. (Bron: Leren zichtbaar maken. Nederlandse vertaling van Visible Learning for teachersHattie, J. (2014).. Rotterdam: Bazalt Educatieve Uitgaven, p. 77).
Communiceren over leerdoelen
De leerdoelen worden bij voorkeur niet alleen in de presentatie verwerkt maar apart vermeld op het bord of op een flap over (…) Het voordeel hiervan is dat degenen die van structuur houden, altijd overzicht hebben: waar zijn we en wat komt er nog?
Duidelijk moet zijn welke stap in een les gezet wordt ten aanzien van langetermijndoelen.
(Bron: Activerend opleiden, didactiek voor resultaatgericht beroepsonderwijs, Bijkerk, L. en Van der Heide, W. (2012), Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, p. 164, 165, 172).
In de rol van didacticus concretiseert de docent de leerdoelen in de klassensituatie en evalueert hij/zij systematisch of de onderwijsdoelen zijn bereikt. De docent formuleert concrete en meetbare resultaten die bereikt moeten worden, legt relaties tussen de leerstof, de leerdoelen en effectieve werkvormen, liefst vanuit een jaarplanning. (Bron: De vijf rollen van de leraar, Slooter, M. (2011). Amersfoort: CPS., p. 124, 125)
Nut van terug- en vooruitkijken als afsluiting van een les
Door samen met de leerlingen te reflecteren op de leerdoelen en het leerproces wordt de transfer van de leerstof bevorderd. Doelgerichte lesopzet heeft ook te maken met de les als deel van een lessenserie of jaarplan. Terugkijken en vooruitkijken is daarbij van belang.
(Bron: De vijf rollen van de leraar, Slooter, M. (2011). Amersfoort: CPS. p. 124, 125, 99)