Voorbeeld
Inleiding
- Terugblik. Benoem de (brede) context. Haal voorkennis op en/of bespreek het voorgaande werk.
- Oriƫntatie. Presenteer het onderwerp en de leerdoelen, het lesoverzicht en de eindtijd. Bespreek het belang van de lesstof.
Kern
- Instructie. Gebruik activerende, directe, gelaagde instructie.
- Leeractiviteiten. Gebruik activerende werkvormen voor samenwerkend leren en/of zelfstandige verwerking.
Afsluiting
- Evaluatie. Evalueer de lesdoelen en het doorlopen proces.
- Vooruitblik. Plaats de les in de context van de andere lessen, benoem vervolgactiviteiten.