Task 10 Study (leren)

Goals


Instructions

Deze week ga je de nummers 1 tot en met 10 leren in het Engels. Ook leer je 5 zinnen waarmee je jezelf en anderen kunt voorstellen. En tot slot de grammatica van het werkwoord 'to be'.
 


Numbers 1 to 10

Afbeeldingsresultaat voor numbers 1-10 in full


Phrases

English Dutch
I am twelve years old. Ik ben twaalf jaar oud.
They are fun. Zij zijn leuk.
She/He is my sister/brother Zij/Hij is mijn zus/broer.
We are from the Netherlands Wij komen uit Nederland.
My dad is a singer. Mijn vader is een zanger.

Grammatica

'To Be' is het werkwoord zijn. I am(ik ben), you are(jij bent), we are(wij zijn) en ga zo maar door.


Wat is ontkennen dan?

Ontkennen is zeggen dat je iets niet hebt gedaan of iets niet bent.

Bijvoorbeeld :

I am not a boy;

He is not playing GTA.

 

Dat je de verschillende vormen die bij de personen horen kent, is wel belangrijk. Het werkwoord be wordt vaak gebruikt om een bepaalde grammaticale constructie te maken.

English Dutch
I am Ik ben
He/She/It is Hij/Zij/Het is
We are Wij zijn
You are Jullie zijn
They are Zij zijn (meervoud)