Magnetisme

Een MRI-scanner, de naam zegt het al, gebruikt magneten. Magneten hebben een noord- en een zuidpool. Een aantal eigenschappen van magneten weet je waarschijnlijk al:
 
Het veld rond een magneet
1. magneten hebben twee polen een noordpool en een zuidpool
2. polen met dezelfde naam stoten elkaar af
3. polen met verschilende naam trekken elkaar aan
4. magneten kunnen voorwerpen van ijzer, cobalt en nikkel aantrekken

Rondom een magneet is een magnetisch veld. Op het plaatje zie je hoe rond een magneet ijzerdeeltjes in het patroon van het mangetisch veld liggen. Het magnetisch veld loopt buiten de magneet altijd van de noordpool naar de zuidpool. In de magneet zelf loopt het veld van de zuidpool naar de noordpool. De aarde is ook een grote magneet met een magnetisch veld. In het magnetisch veld van de aarde gaan kleine magneetjes, kompasnaalden, altijd noord-zuid staan. De kant van de kompasnaald die naar het noorden wijst noemen we de noordpool van het kompasnaaldje.

 

Opdracht 3

Een kompasnaald wijst met zijn noordpool naar het noorden. Welke magnetische pool ligt er bij de Noordpool? Leg je antwoord uit.