Stralingsdosis

Toen de Röntgenstraling net ontdekt was werd het niet alleen gebruikt voor medische doeleinden. Op kermissen en jaarmarkten kon je je eigen skelet bekijken met Röntgenapparaten. Handige knutselaars maakten namelijk zelf Röntgenbuizen. In de loop van de tijd kwam men er echter achter dat het toch niet zo ongevaarlijk was als men dacht. Mensen die veel met Röntgenstaling experimenteerden bleken ineens ziek te worden of een soort van brandwonden op te lopen op plaatsen waar veel straling kwam. Röntgenstraling is namelijk een elektromagnetische straling met veel energie. Die energie zorgt ervoor dat de straling door veel stoffen heen gaat waar licht niet door kan zoals je weefsel.
Toen het bekend werd dat straling niet zo goed was is iedereen veel voorzichtiger geworden met Röntgenstraling.

Om de schadelijkheid van röntgenstraling te bepalen, hanteerde men bijvoorbeeld de volgende methode: stel een lichaamsdeel bloot aan de straling en kijk wanneer de huid rood wordt. Deze hoeveelheid werd dan door 12 gedeeld (het aantal maanden). Dit laatste werd de norm voor de maximale hoeveelheid straling per jaar.

Mensen die veel met Röntgenstraling werken moet natuurlijk beschermd worden. De hoeveelheid straling die zij oplopen wordt gemeten met een zogeheten Dosimeter.

Geabsorbeerde stralingsdosis
Om stralingsrisico's te kunnen bepalen, gebruikt men het begrip geabsorbeerde stralingsdosis. Het blijkt dat verschillende delen van het lichaam verschillende hoeveelheid straling kunnen weerstaan. Delen van het lichaam die nauwelijks groeien, kunnen veel meer straling absorberen zonder dat dit schadelijk wordt, dan delen die snel groeien en waar veel celdeling plaats vindt.
De dosis is de absolute hoeveelheid stralingsenergie die opgenomen wordt in het weefsel.
Dosis is hoeveelheid energie per massa en wordt berekend met de volgende formule:






Wat doet straling in je lichaam?
Om te bepalen hoe gevaarlijk straling wel of niet is, moeten we weten wat er met straling in het lichaam gebeurt. Er zijn in principe vier mogelijke gebeurtenissen denkbaar.
  1. Er gebeurt niets. De straling gaat zonder contact door het lichaam heen en beïnvloedt het lichaam niet. Dit kan doordat de ruimte tussen kern en elektronenschillen relatief groot is.
  2. Het stralingsdeeltje maakt een ander atoom radioactief. Dit kan alleen als het deeltje door een atoomkern geabsorbeerd wordt. De kans daarop is erg klein vanwege het kleine volume van de kern in het grotendeels lege atoom.
  3. De straling wordt geabsorbeerd door atomen en de energie van de straling wordt omgezet in warmte.​
  4. Het stralingsdeeltje ioniseert atomen en de resulterende vrije elektronen kunnen chemische reacties - en dus schade - veroorzaken in lichaamscellen.
Tabel 1: Effecten van acute blootstelling over het gehele lichaam
Dosis (Gy)
Effect
< 0,05
Geen direct waarneembaar effect
0,15 - 0,25
Bij enkele mensen veranderingen in bloedwaarden
0,5
Vrijwel zeker veranderingen in de bloedwaarden
1,0
Vaak acuut stralingssyndroom merkbaar (begint met misselijkheid, overgeven, vermoeidheid, geen eetlust)
1,5
Overgevoelige mensen overlijden
2,0
Ooglens begint troebel te worden
3,2-3,6
De helft overlijdt binnen 30 dagen bij minimale medische verzorging
4,0
Permanente steriliteit bij bestraling van de geslachtsorganen
5,0
Haaruitval
4,8-5,4
De helft overlijdt binnen 30 dagen bij normale medische verzorging
11
De helft overlijdt binnen 30 dagen, ook bij intensieve medische verzorging, waaronder beenmergtransplantatie
>20
Vrijwel zekere dood
>50
Centraal zenuwstelsel (hersenen, spieren) bestuurt lichaamsfuncties als ademen en bloedcirculatie niet meer. Zekere dood binnen enkele uren.

 

Opdracht 10

  1. Wat zijn de gevaren van Röntgenstraling?
  2. Hoe kun je je beschermen tegen Röntgenstraling?

 

Opdracht 11

Mensen die op de Röntgenafdeling werken mogen natuurlijk niet ziek worden van hun werk.

  1. Hoe wordt de straling die radiologen opvangen gemeten? Geef ook de werking van het apparaat.
  2. Welke maatregelen treft het ziekenhuis voor de gezondheid van de radiologen?

 

Opdracht 12

Een man laat een röntgenfoto van zijn arm maken om te kijken of deze gebroken is. De man legt zijn arm onder het röntgenapparaat en er wordt een foto gemaakt. De arm heeft een massa van 2,4 kg. De hoeveelheid geabsorbeerde energie uit het apparaat is 0,005 J.

Bereken de dosis die de man ontvangt.

 

Opdracht 13

Een man wordt 10 minuten blootgesteld aan Röntgenstraling. De bron heeft een vermogen van 0,0025 J/s. De man heeft een massa van 85 kg. Door absorptie in de omgeving wordt slechts 80% van de hoeveelheid straling door de man geabsorbeerd.

Bereken de dosis die de man ontvangt.