Provo kwam op in een tijd dat de culturele en maatschappelijke verhoudingen nog heel sterk bepaald werden door komaf en een uitgebreid, naar hedendaagse maatstaven strikt stelsel van sociale regels. Ook was sprake van hiërarchische verhoudingen tussen de verschillende sociale groeperingen, tussen mannen en vrouwen, tussen jongeren en volwassenen. Instituties als vakbonden, partijen, kerken en de monarchie waren in het verzuilde Nederland sterk bepalend voor het heersende normbesef. Er was geen ruimte voor wie van deze normen afweek, dus ook niet voor de opkomende jongerenculturen (rock-’n-roll, beatmuziek, vetkuiven, artistiekelingen, tijdschriften voor teenagers) of voor afwijkend seksueel gedrag (homoseksualiteit).
Provo kwam voort uit een stilaan veranderend maatschappelijk klimaat door de economische welvaart, meer vrije tijd, de impact van nieuwe media (televisie) en een grote groep jongeren die door de samenleving spoelde (de babyboomgeneratie). Tegelijk was Provo een fenomeen dat in de jaren 1965-1967 aan deze ontwikkelingen op spectaculaire wijze richting gaf.