Module 1

Opdracht 1.

 

Jullie alle drie nemen thuis de stand van de gasmeter op.

Jullie alle drie nemen thuis de stand van de watermeter op.

Jullie alle drie nemen thuis de stand van de elektriciteits-meter op.

 

  1. Doe dit drie weken lang op 2 dezelfde dagen van de week.
  2. Noteer alle drie de getallen in drie afzonderlijke tabellen. Zet steeds ook de verschillen per week in dezelfde tabel. Dit is het verbruik.

Tabel 1. Gas                

 

Week 1a

Week 1b

Week 2a

Week 2b

Week 3a

Week 3b

Stand

 

 

 

 

 

 

Verschil

X

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 2. Water      

 

Week 1a

Week 1b

Week 2a

Week 2b

Week 3a

Week 3b

Stand

 

 

 

 

 

 

Verschil

X

 

 

 

 

 

 

 

Tabel 3. Elektriciteit                

 

Week 1a

Week 1b

Week 2a

Week 2b

Week 3a

Week 3b

Stand

 

 

 

 

 

 

Verschil

X

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht 2.

 

  1. Maak drie grafieken van de gevonden meterstanden van opdracht 1. Maak gebruik van een scheurlijn, bijvoorbeeld in Excel.
  2. Noteer op de x-as de weeknummers en op de y-as het verbruik. Verdeel de y-as in dezelfde stapgrootte.
  3. Beschrijf het verloop van elke grafiek (gebruik de woorden stijgen, constant dalen) en geeft bij elke grafiek hiervoor een verklaring.
  4. Sla je grafieken goed op i.v.m. het inleveren van je printjes.

 

 

 

Opdracht 3.      

 

  1. Bereken het gemiddelde gasverbruik per week
  2. Bereken het gemiddelde watergebruik per week
  3. Bereken het gemiddelde elektriciteitgebruik per week.
  4. Sla je uitwerkingen goed op, zodat je het straks kan uitprinten voor je verslag