Antwoorden stap 2 en 3

Stap 2

  1. Op een gewone straat staat een politiebusje en dansen balletdanseressen. Het is bewolkt weer.
  2. Zij dansen op klassieke muziek. Waar de muziek vandaan komt, is onduidelijk.
  3. Er is sprake van contrast. Op deze straat verwacht je geen politiebusje waaruit danseressen komen die een ballet uitvoeren.


Stap 3

  1. Het verhaal is chronologisch. We gaan in de passage “Ze keek naar ... hoe gelukkig we waren” niet echt terug in de tijd.
  2. De eerste dagen stond mevrouw Van Randwijk ........
  3. Ze hallucineert, ziet waanbeelden, haar man is al dood.
  4. Een paar dagen tot een paar weken.
  5. De vrouw zit op een kamer met meubels uit haar oude woning in een verpleegtehuis in een buitenwijk langs een spoorlijn. Er staat en hek voor de spoorlijn.
  6. De vrouw is weduwe, mist haar man en voelt zich opgesloten in het verpleeghuis en wil ontsnappen (dood).
  7. Ze komt om, ze gaat naar de hemel (hemelvaart).