Note with present
Opdracht:
Je hebt een verjaardagscadeautje gekocht voor je nichtje Jane.
Je gaat het per post versturen en je doet er een klein briefje bij.
In het briefje vertel je Jane wat je hebt gekocht voor haar.
Vertel haar ook waarom je het hebt gekocht.
Wens haar een fijne verjaardag.
Denk aan een goede aanhef en afsluiting.