Onder klimaat wordt verstaan: het patroon dat het weer op een bepaalde plaats in de loop van een jaar vertoont. Het klimaat wordt beïnvloed door de breedtegraad (die geeft aan hoe ver ten noorden of ten zuiden van de evenaar een plaats ligt). Warme klimaten vinden we rond de evenaar, koude rond de polen, gematigde daartussenin. De ligging ten opzichte van de zee, oceaanstromingen en winden zijn ook van betekenis voor het klimaat. Hoewel sommige landen ver van elkaar af liggen, kunnen ze toch hetzelfde klimaat hebben.
Nederland heeft een gematigd zeeklimaat met milde winters en koele zomers. Het klimaat wordt beïnvloed door de aanliggende Noordzee die het gehele jaar de temperatuur matigt. In het noorden is de temperatuur gemiddeld over het gehele jaar iets lager dan in het zuiden. De kustprovincies in het zuidwesten, westen en noorden hebben in de herfst- en wintermaanden doorgaans zachter weer dan het oosten en noordoosten. In de zomer zijn het oosten van Brabant en uiterste noorden van Limburg de gemiddeld warmste plekken. De gemiddeld koudste maand is in de meeste plaatsen januari, de warmste maand juli.
Het klimaat verandert. De oorzaak van klimaatverandering is het versterkte broeikaseffect. Voor de stroom en de warmte die we nodig hebben, verbranden de meeste energiecentrales nog steeds kolen, gas of olie. Net zoals bij elk vuur ontstaat ook hier veel CO2, extra CO2. Ook in motoren gebeurt dat als er bijvoorbeeld benzine verbrandt. Dat soort motoren zitten in auto's, schepen en vliegtuigen. Zo komt er steeds meer koolstofdioxide. En op een gegeven moment slagen de groene planten er niet meer in om die om te zetten in voldoende zuurstof. Daarom wordt CO2 in de lucht een probleem. Maar waarom is dat zo erg? CO2 is toch natuurlijk? Het is geen vergif. Het probleem is het broeikaseffect. CO2 en andere gassen vormen een beschermende laag om de aarde. Ze laten de verwarmende stralen van de zon door, maar houden, net als in een broeikas, een deel van de warmte vast. Dat is eigenlijk ook heel goed, want anders zou het op aarde veel te koud worden. Maar als er steeds meer CO2 in de lucht zit, wordt het broeikaseffect steeds sterker. En dan zou het al snel steeds warmer kunnen worden op aarde. Misschien wel te warm. Daarom is het belangrijk om bewust met energie om te gaan, bijvoorbeeld door middel van groene vormen van energie aan te spreken.
Groene energie is energie dat opgewekt is uit duurzame energiebronnen, dus dat betekent dat je niet iets van de natuur hoeft af te pakken. Als je bijvoorbeeld benzine wilt hebben heb je olie uit de aarde nodig, dat je niet teruggeeft. Die olie is op een gegeven moment op. Maar als je windmolens plaatst heb je wind nodig en de wind gaat nooit op.