Bestudeer uit de Kennisbank economie de eerste pagina van het volgende onderdeel:
KB: Marketingmix Let op: hier worden 5 P's behandeld. De P van Presentatie komt niet aan de orde.
Bespreek de antwoorden op deze twee vragen met een klasgenoot.
Product
Een ondernemer moet die producten verkopen die zijn doelgroep graag wil hebben.
Een speciaalzaak verkoopt producten die bij elkaar passen.
Voorbeelden van speciaalzaken zijn: een schoenenwinkel en een kaaswinkel.
1 Bekijk de negen winkels hieronder.
Maak twee kolommen. Zet boven de eerste kolom 'speciaalzaak' en boven de tweede kolom 'geen speciaalzaak'.
Verdeel de winkels over de kolommen
Slager | Supermarkt | Hema |
De Bijenkorf | Beddenwinkel | Telefoonwinkel |
Kaaswinkel | Blokker | Rijwielshop |
Een winkel kan A-merken, B-merken en huismerken verkopen. Een A-merk is een bekend merk met een goede kwaliteit en reputatie. Een B-merk is minder bekend en wordt op minder plekken verkocht. Een huismerk wordt verkocht onder de naam van de winkel, bijvoorbeeld AH of Jumbo.
2 Welke merken zijn volgens jou het duurste?
3 Welke merken maken volgens jou de meeste reclame?
Productaansprakelijkheid
De fabrikant van een product moet ervoor zorgen dat producten niet gevaarlijk zijn. Gaat er iets mis, dan heeft de fabrikant productaansprakelijkheid. Productaansprakelijkheid betekent dat de fabrikant aansprakelijk is voor schade als een product niet goed is. Hij moet ervoor zorgen dat een product veilig is bij normaal gebruik. Bijvoorbeeld:
4 Geldt in de volgende voorbeelden de productaansprakelijkheid?
- Je buurman laat zijn gereedschap in de tuin slingeren en jij trapt erop en beschadigt je voet. Heeft de fabrikant van de zaag hier productaansprakelijkheid?
- Je krijgt een zakje chips van je buurvrouw waar stukjes metaal inzitten als je het openmaakt. Heeft de fabrikant van de chips hier productaansprakelijkheid?