De komende lessen (5 weken) ga je aan de slag met een aantal oefeningen en opdrachten om het ontwerpen beter onder de knie te krijgen. Dit doe je in een groep van twee of drie personen.
Na een startopdracht in onderdeel 1 waar je zelf iets ontwerpt, ga je in onderdeel 2 zien wat ontwerpen is en in onderdeel 3 hoe je dit het beste aan de hand van de ontwerpcyclus kunt doen.
In onderdeel 4 ga je in korte tijd met een woordweb de eerste twee fasen van het ontwerpen oefenen. De nadruk ligt daarbij op verkenning.
De oefening Productanalyse is vooral bedoeld om eigenschappen en taken van een product in kaart te brengen. Zo krijg je meer zicht op de bedoeling van een product.
In onderdeel 5 en onderdeel 6 staan 2 voorbeelden van oefenen met een deel van de ontwerpcyclus. Je zoomt telkens in op een ander vaardigheidsaspect van technisch ontwerpen. Cycluszooming is kennis maken met verschillende onderdelen van het ontwerpproces. Hiermee oefen je in korte tijd de gehele ontwerpcyclus. Gelijktijdig wordt aandacht geschonken aan vakinhoudelijke kennis. De verschillende fasen bij cycluszooming kunnen voorzien zijn van een codering A, B of C. A (van Analyse) hoort vooral bij de beginfasen, B (van Bouwen) stelt vooral het daadwerkelijk maken van een prototype centraal en in opdrachten met code C (van Consument) gaat het vooral om het testen en verbeteren van producten. In onderdeel 5 wordt ingezoomd op A en in onderdeel 6 op C.
Met een paar van deze opdrachten krijg je de hele ontwerpcyclus onder de knie. Deze ervaring kun je dan eventueel gebruiken voor je profielwerkstuk.
Al eerder heb je bij verschillende vakken geleerd hoe je onderzoek doet. In onderdeel 7 wordt dieper ingegaan op overeenkomsten en verschillen tussen ontwerpen en onderzoeken.
Aan het eind van deze module lever je je schrift met daarin de gemaakte opdrachten en de ingevulde werkbladen in. Deze worden beoordeeld en tellen mee voor je dossiercijfer van deze periode.