Adoptiefkeizers

Na de moord op Domitianus kozen de senatoren een van hen, Marcus Cocceius Nerva tot keizer. Nerva stond hoog in de aanzien bij de Senaat, maar had te maken met opstanden onder de legioenen die Domitianus trouw waren. De Praetoriaanse Garde drong zelfs het keizerlijk paleis binnen om de moordenaars van Domitianus te straffen. Nerva moest diep door het stof en adopteerde de succesvolle militair Trajanus als zoon en erfgenaam. In 98 stierf Nerva een natuurlijke dood en werd door zijn adoptiefzoon Trajanus opgevolgd. Trajanus was de eerste uit een reeks van vijf hoogst succesvolle Adoptiefkeizers.

Trajanus stond bekend als de keizer onder wie het Rijk de grootste omvang bereikte. Trajanus' betrekkingen met zowel de Senaat als de legioenen waren perfect te noemen en de Senaat gaf hem de titel optimus (beste). Trajanus breidde het Romeinse Rijk uit door middel van enkele ambitieuze oorlogen. In 101 leidde de keizer een strafexpeditie tegen Dacië dat zich aan Rome moest onderwerpen. Toen de Dacische koning Decebalus opnieuw in opstand kwam trok Trajanus opnieuw tegen hem op en vernietigde in 106 de Dacische hoofdstad Sarmizegetusa. De Daciërs werden uitgeroeid (een van de weinige gevallen van Romeinse genocide) en Dacië werd een Romeinse provincie met Colonia Ulpia Traiana (het vroegere Sarmizegetusa) als hoofdstad. Toen de koning van Nabatea (een koninkrijk in Jordanië) stierf, erfde Rome het gebied dat werd omgevormd in de provincie Arabia Petraea. In 113 ontstond er een conflict met Parthië over het betwiste vazalkoninkrijk Armenië. De Parthischgezinde koning werd afgezet en Trajanus rukte op naar de Parthische hoofdstad Ctesiphon, nabij het huidige Baghdad. Hij lijfde Mesopotamia in als nieuwe Romeinse provincie. Trajanus drong door tot in Susa, 250 km ten oosten van de Tigris, de oostelijkste plek waar ooit een Romeinse strijdmacht is geweest. Trajanus kon echter het fort Hatra, nabij het huidige noord-Iraakse Al Hadr, niet innemen. Bovendien kwamen de joden in Palestina (weer) in opstand. Zijn gezondheid ging achteruit en hij overleed op 8 augustus 117 in Cilicië.

Trajanus werd door zijn eigen adoptiefzoon Hadrianus opgevolgd (dit was echter niet vanzelfsprekend; geruchten deden de ronde dat Pompeia Plotina, Trajanus' vrouw, de opvolging vervalst had). Hadrianus maakte zich onmiddellijk gehaat bij de Senaat door bij aankomst in Rome enkele, mogelijk verraderlijke, senatoren te laten ombrengen. Hadrianus kwam tot de conclusie dat het praktisch onmogelijk was om alle veroveringen van Trajanus te consolideren en hij trok de Romeinse legioenen terug achter de Eufraat. Alleen Dacië, ten noorden van de Donau, werd behouden.

Tijdens zijn regeerperiode reisde Hadrianus alle provincies van het Rijk af en voerde belangrijke, lokale militaire hervormingen door. De belangrijkste tastbare nalatenschap van Hadrianus is de Muur van Hadrianus in Britannia, die bescherming moest bieden tegen de woeste Picten ten noorden daarvan. Hadrianus ontwikkelde de Romeinse bureaucratie verder en belangrijke mannen, zoals Suetonius, waren ambtenaar. Hadrianus stierf in 138, gehaat door de Senaat.

Zijn opvolger was zijn geadopteerde zoon Antoninus Pius. Toen de Senaat na de dood van Hadrianus de overleden keizer weigerde te vergoddelijken, dreigde Antoninus de troon af te wijzen. Hadrianus werd alsnog vergoddelijkt. Onder Antoninus Pius bereikte het Romeinse Rijk het hoogtepunt van zijn bloeiperiode. Oorlog was vrijwel afwezig en de handel vond ongestoord zijn doorgang. In 161 stierf Antoninus Pius op 74-jarige leeftijd.

Antoninus had maar liefst twee zonen geadopteerd, die beiden keizer werden: de filosoof Marcus Aurelius en Lucius Verus. Met de vrede in het Rijk was het snel gedaan; de Parthen vielen Syria aan en Lucius Verus trok met de legioenen naar het oosten en de Parthen werden verpletterend verslagen. De zegevierende troepen brachten echter ook de pest mee terug naar het Rijk, die jarenlang het Rijk zou teisteren. In 169 stierf Lucius Verus en Marcus Aurelius werd alleenheerser.

Aan de Donaugrens was het ook onrustig en de Marcomannen en de Quadi vielen Italië binnen. Marcus Aurelius wist ze echter terug te drijven. De keizer zou de rest van zijn leven doorbrengen aan de Donaugrens en vele overwinningen boeken. Ondanks de afmattende veldslagen vond de stoïcijnse Marcus Aurelius de tijd om zijn beroemde memoires, de Ta eis heauton ('Geschriften aan zichzelf'), te schrijven, in het Grieks; dit wijst op het culturele prestige dat Hellas toen nog altijd had. In 180 overleed hij.

Anders dan zijn voorganger had Marcus Aurelius geen zoon geadopteerd. In plaats daarvan volgde zijn eigen zoon Commodus hem op. Met Commodus kwam er een eind aan een periode van goed en stabiel bestuur. De nieuwe keizer ging zich te buiten aan gladiatorengevechten en waande zichzelf een nieuwe Hercules. Hij sloot vrede met de halfverslagen Germanen. Elke vorm van tegenstand werd de kop ingedrukt. Commodus was zelfs zo arrogant dat hij Rome naar zichzelf vernoemde, Colonia Commodiana. Op 31 december 192 had zijn impopulariteit zo’n hoogte bereikt dat de prefect van de Praetoriaande garde Quintus Aemilius Laetus in samenwerking met Commodus' concubine Marcia een goed voorbereid complot tot uitvoer brachten. Commodus werd vergiftigd en toen dit niet afdoende bleek uiteindelijk gewurgd door een atleet. Pertinax was de beoogde nieuwe keizer. Deze moord wordt gezien als de het einde van het tijdperk van de Adoptiefkeizers.