A2. Woordvolgorde
Er zijn twee belangrijke volgordes in de grammatica van een taal:
- Subject-Verb-Object (SVO) of
- Object-Verb-Subject (OVS)
Subject = onderwerp
Verb = werkwoord
Object = lijdend voorwerp
Is het in jouw onderzoekstaal bijvoorbeeld:
- Ik gooi de bal (SVO) of
- De bal gooi ik (OVS)?
Opdracht A2. Onderzoek wat de woordvolgorde is bij jouw taal en geef een aantal voorbeelden.