A13. Nog een oefening

Hieronder vind je een tabel uit 1985 met percentages van de frequentie van letters in het Nederlands. Sindsdien heeft onderzoek naar de frequentie van letters of groepen van letters van een versleutelde tekst (!) uitgewezen dat sinds 1985 het aandeel van de letters c en n iets groter is geworden en van het aantal k’s iets kleiner.

Opdracht A13. Geef een mogelijke verklaring voor het vergroten van het aandeel van de letters C en N sinds 1985.

 

positie

letter

% van alle letters

(verhouding)

1

e

18,91

(bijna 1 op 5)

2

n

10,03

(ca. 1 op 10)

3

a

7,49

(ca. 1 op 13)

4

t

6,79

(ca. 1 op 15)

5

i

6,50

(ca. 1 op 15)

6

r

6,41

(ca. 1 op 16)

7

o

6,06

(ca. 1 op 17)

8

d

5,93

(ca. 1 op 17)

9

s

3,73

(ca. 1 op 27)

10

l

3,57

(ca. 1 op 28)

11

g

3,40

(ca. 1 op 29)

12

v

2,85

(ca. 1 op 35)

13

h

2,38

(ca. 1 op 42)

14

k

2,25

(ca. 1 op 44)

15

m

2,21

(ca. 1 op 45)

16

u

1,99

(ca. 1 op 50)

17

b

1,58

(ca. 1 op 63)

18

p

1,57

(ca. 1 op 64)

19

w

1,52

(ca. 1 op 66)

20

j

1,46

(ca. 1 op 68)

21

z

1,39

(ca. 1 op 72)

22

c

1,24

(ca. 1 op 81)

23

f

0,81

(ca. 1 op 123)

24

x

0,040

(ca. 1 op 2500)

25

y

0,035

(ca. 1 op 3000)

26

q

0,009

(ca. 1 op 11.000)

Bron: Genootschap Onze Taal, letterfrequentie in het Nederlands (2011). https://onzetaal.nl/taaladvies/letterfrequentie-in-het-nederlands, geraadpleegd op 04-03-2017.