4.0 Leerdoelen
Leerlingen kennen de volgende begrippen:
- Bevolkingsdichtheid
- Bevolkingsspreiding
- Natuurlijke bevolkingsgroei
- Sociale bevolkingsgroei
- Geboorteoverschot
- Sterfteoverschot
- Geboortecijfer
- Sterftecijfer
- Immigratie
- Emigratie
- Vergrijzing
- Demografische transitie (vwo)
- Je weet hoe groot de wereldbevolking is.
- Je weet het verschil tussen absolute en relatieve getallen.
- Je weet welk beleid in China gezorgd heeft voor een flinke daling van het geboortecijfer.
- Je kan uitleggen op welke twee manieren de bevolking kan groeien.
- Je kan een bevolkingspiramide aflezen.
- Je kan de juiste vorm van de bevolkingspiramide plaatsen bij centrum, semi-periferie en periferie landen.
- Je kan een verband leggen tussen het geboortecijfer en de rijkdom van een land (bijv. BNP/hoofd)
- Je kan verschillende redenen benoemen waarom er een hoog geboortecijfer is in periferie landen.
- Je kan verschillende redenen noemen voor het afnemen van het geboortecijfer in een land.
- Je kan verschillende redenen noemen voor het afnemen van het sterftecijfer in een land.
- Je kan uitleggen waarom er een uitstulping zit in de Nederlandse bevolkingspiramide.
- Je kan (met de verschillende vormen van de bevolkingspiramide) de verschillende fasen in de demografische transitie uitleggen. (vwo)