Cameratips
1 Alles wat beweegt is leuk. Als je opnames maakt van bijvoorbeeld een machine, kijk dan welke onderdelen er bewegen en neem die op. Je mag ook met de camera veel bewegen, als je het maar mooi doet en een paar keer geoefend hebt voor je het opneemt.
2 Op elke videocamera zit een zoomknop om het beeld 'naar je toe te halen' en van dichtbij te filmen. Gebruik die zoomknop zo weinig mogelijk. Als je op iets inzoomt is het veel moeilijker om je camera stil te houden. Probeer dat maar eens uit. Wil je iets van dichtbij opnemen, hou dan gewoon de camera dichterbij.
3 Wil je echt iets heel goed en precies laten zien, probeer dan de camera zo stil mogelijk te houden. Probeer te steunen op iets dat vast staat. Als je zelfs een statief hebt om je camera op te zetten, gebruik hem dan.
4 Zoek zo veel mogelijk camerastandpunten. Film eens van heel laag (kikvors perspectief), of juist heel hoog vanaf bijvoorbeeld een ladder (vogelvlucht perspectief). Wie weet levert het een leuk shot op. Kijk maar naar de voorbeelden.
5 Kijk de shots die je hebt opgenomen regelmatig terug. Als er iets mis is, hoef je dan niet alles over te doen. In de praktijk blijkt namelijk dat er altijd wel iets mis gaat.
6 Let op: als je het opname-knopje indrukt duurt het altijd nog een paar seconden voordat de camera écht gaat opnemen. Tel na het indrukken dus eerst tot 5 voordat je gaat draaien en roep dan pas heel hard 'action'!
Smartphone
Als je geen videocamera hebt, kan je natuurlijk ook met een smartphone opnemen. Omdat smartphones vaak net iets anders werken dan videocamera’s, is het wel belangrijk dat je de volgende tips goed in je achterhoofd houdt.
1 Smartphones zijn lastig stil te houden. Zorg daarom dat je met je armen en telefoon ergens op kan leunen. Zo is het makkelijker om geen schokkend beeld te krijgen!
2 Normale videocamera’s hebben vaak last van wind geruis in de microfoon. Bij smartphones is het geluid vaak nog minder goed. Zorg daarom altijd dat je opneemt in een stille ruimte. Of ergens waar weinig wind is.
3 Smartphones en videocamera’s zijn heel kwetsbaar. Videocamera’s hebben vaak een speciale band waarin je je hand kan doen. Smartphones hebben dit niet. Wees dus extra voorzichtig als je een smarthphone gebruikt!
4 Smartphones hebben geen beweegbare lens en kunnen dus eigenlijk helemaal niet in en uitzoomen. Als ze het wel kunnen betekent dat alleen maar dat ze het beeld dat je krijgt kunnen vergoten of verkleinen. Doe dit nooit! Het beeld wordt er onscherp van!
Reportagecursus https://youtu.be/Z_LuaXSKoDA
Uiteindelijk houd je na de draaidag een aantal bandjes/filmpjes over met alles wat je hebt opgenomen. Het zogenaamde 'ruwe materiaal'. Dit materiaal ga je vervolgens spotten, wat betekent dat je dit ruwe materiaal na gaat kijken op zoek naar de leukste fragmenten voor jouw reportage. En dat is genieten! Kijk zo snel mogelijk alles door en lach je slap over alles wat er is misgegaan. Bloopers zijn natuurlijk ook fantastisch materiaal om als extraatjes aan je reportage toe te voegen.
Even opschrijven.
Maak een spotlijst van alles wat er op de band(en) staat. Links schrijf je de tijd op van de videospeler en rechts daarnaast wat er te zien is, bijvoorbeeld: "close-up presentator, spreekt over vogels in het bos". Zet uitroeptekens bij de leukste stukjes. Zo zie je straks in één keer wat je allemaal kunt gebruiken van je beeldmateriaal.
Monteren is tegenwoordig steeds gemakkelijker. De meeste computers hebben standaard een programma om dat te doen. Als je Windows hebt, heet dat programma bijvoorbeeld Windows Movie Maker of Videopad. Als je een Mac hebt, heet dat programma iMovie.
1 Een camera neemt altijd twee dingen tegelijk op. Het beeld, maar ook het geluid. Het mooie is dat je beide in de montage apart kunt gebruiken. Je kunt bijvoorbeeld een verslaggever een verhaal laten vertellen voor de camera, en in de montage kun je daar beelden overheen monteren. Door veel in beelden af te wisselen, zorg je ervoor dat je reportage nooit saai wordt.
2 Je kunt in plaats van tekst ook muziek gebruiken. Een beeld van een donker bos kan spannend worden met het ene muziekje of juist heel romantisch met het andere muziekje.
