Stap 3: Bedrijfskolom

Hiernaast zie je een bedrijfskolom voor brood.
In de bedrijfskolom zie je een geldstroom en een goederenstroom.

  1. Loopt de goederenstroom van boven naar beneden of van beneden naar boven?
  2. Hoe loopt de geldstroom?

In de bedrijfskolom zie je dat de toegevoegde waarde van de meelfabriek € 0,30 is.

  1. Leg uit hoe je kunt zien dat de toegevoegde waarde van de meelfabriek € 0,30 is.
  2. Hoe groot is de toegevoegde van de deegfabriek? En van de bakkerswinkel?
  3. Toegevoegde waarde is niet hetzelfde als winst. Leg uit waarom niet?
  4. Bereken het totaal van de toegevoegde waarden.
  5. Vergelijk het totaal van de toegevoegde waarden met de prijs die de consument betaalt.
    Wat valt je op?

Controleer je antwoorden.