Relatie zorgverlener en zorgvrager

Boek V&V Hoofdstuk 3 relaties.

 

 

 

 

 

 

Persoonlijk tegen professioneel;

Persoonlijke relatie;

Emotionele band

Wederkerigheid

Vrijwillig

 

Professioneel;

Doel relatie verlenen van hulp

Beperkte inspraak

Functionele openheid

Afbakening tijd en plaats

 

Wederkerigheid

Rollen omkeren.

Wanneer vertel je iets van jezelf?

 

professioneel;

•Houding
•Afstand nabijheid
•Machtsverschil en gelijkwaardigheid

 

Taakvolwassenheid;

Niet in staat en niet gemotiveerd

Niet in staat, maar wel gemotiveerd

Wel instaat, maar niet gemotiveerd

Wel in staat en ook gemotiveerd

 

Begeleidingsstijlen;

Begeleiden; geven van sturing en ondersteuning

Directieve stijl= voorschrijven wat te doen

Wekt irritatie op bij cliënt

Overtuigende stijl= met bewijzen iemand op andere gedachten brengen . Gemakkelijk over grenzen cliënt gaan

Participerende stijl= deelnemen, betrokken, behoefte centraal stellen. Nadruk op relatie

Delegerende stijl= overdragen van taak

Denk aan regels en procedures, daardoor bereik je doelen