1. Je kan regelmatige toename en afname herkennen in een tabel.
2. Je weet dat bij een tabel met regelmatige toename of afname de grafiek een rechte lijn is.
3. Je kan eenvoudige verbanden tussen twee variabelen omzetten van tabel naar grafiek en formule en omgekeerd.
4. Je kan uit het verloop van de grafiek conclusies trekken over de situatie.
5. Je herkent de structuur van een woordformule bij regelmatige toename of afname.
6. Je kunt in een woordformule getallen substitueren voor variabelen. Je kent de waarde van een overblijvende variabele berekenen. Ook kun je daarbij de rekenmachine gebruiken.